maandag 21 mei 2012

Bob Dylan - Who killed Davey Moore ? (1963)



Who killed Davey Moore – Bob Dylan (1963)

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not I,” says the referee
“Don’t point your finger at me
I could’ve stopped it in the eighth
An’ maybe kept him from his fate
But the crowd would’ve booed, I’m sure
At not gettin’ their money’s worth
It’s too bad he had to go
But there was a pressure on me too, you know
It wasn’t me that made him fall
No, you can’t blame me at all”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not us,” says the angry crowd
Whose screams filled the arena loud
“It’s too bad he died that night

But we just like to see a fight
We didn’t mean for him t’ meet his death
We just meant to see some sweat
There ain’t nothing wrong in that
It wasn’t us that made him fall
No, you can’t blame us at all”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not me,” says his manager
Puffing on a big cigar
“It’s hard to say, it’s hard to tell
I always thought that he was well
It’s too bad for his wife an’ kids he’s dead
But if he was sick, he should’ve said
It wasn’t me that made him fall
No, you can’t blame me at all”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not me,” says the gambling man

With his ticket stub still in his hand
“It wasn’t me that knocked him down
My hands never touched him none
I didn’t commit no ugly sin
Anyway, I put money on him to win
It wasn’t me that made him fall
No, you can’t blame me at all”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not me,” says the boxing writer
Pounding print on his old typewriter
Sayin’, “Boxing ain’t to blame
There’s just as much danger in a football game”
Sayin’, “Fistfighting is here to stay
It’s just the old American way
It wasn’t me that made him fall
No, you can’t blame me at all”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?

“Not me,” says the man whose fists
Laid him low in a cloud of mist
Who came here from Cuba’s door

Where boxing ain’t allowed no more
“I hit him, yes, it’s true
But that’s what I am paid to do
Don’t say ‘murder,’ don’t say ‘kill’
It was destiny, it was God’s will”

Who killed Davey Moore
Why an’ what’s the reason for?


David S. “Davey” Moore ( 1November  1933 –  25 Maart 1963) was een Amerikaans bokser.

Hij stierf op 25 Maart 1963 als gevolg van de verwondingen die hij opliep tijdens de kamp tegen  Sugar Ramos.

Het gevecht tegen de Mexicaan Sugar Ramos was eerst gepland in juli 1962 in het Dodger Stadium, maar een hevige tyfoon-achtige regenbui over LA. Besliste er anders over. Het gevecht werd uitgesteld naar 21 Maart 1963.

De kamp werd uitgezonden op de nationale televisie. De sfeer in het stadion was elektrisch, het geluid van de conga drums vulden de atmosfeer en de algemene houding tegenover Davey Moore was vijandig. De vele Latinos kozen de zijde van Sugar Ramos.



 
In de tiende ronde belandde een krachtige rechtse tegen het hoofd van Moore die achterover viel.  Hij viel op het onderste touw dat waarschijnlijk zijn hersenstam beschadigde. Hij verloor het gevecht op Knock-out, maar was toch nog in staat om een helder interview te geven voordat hij de ring verliet.

In de kleedkamer viel hij in coma. Hij zou er nooit meer uit ontwaken.

Bob Dylan schreef “Who killed Davey Moore”  over deze gebeurtenis. Ook Phil Ochs schreef een “topical song” over hetzelfde feit.

De inspiratie voor Dylan’s song komt uit de folk traditie.




Hij “ontleent” de gedachte en de struktuur vande song aan “”Who Killed Cock Robin” ( Roud Folk Song Index nummer  494).

“Who Killed Cock Robin” is een zgn “children’s song” die terug gaat op eeuwenoude traditie. De oorsprong van de song gaat terug tot in 1508, Het aftelrijmpje wordt als archetype gebruikt in vele “murderballads” .

Dylan kende het waarschijnlijk in de uitvoering van John Jacob Niles die het opnam in 1962.

Ik voeg er ook de versie van Peggy Seeger bij, ook uit 1962.

Dylan’s song werd pas officieel uitgebracht op “The Bootleg Series Volumes 1–3 (Rare & Unreleased) 1961–1991″  in 1991.

Ter vergelijking is hier Phil Ochs’ song.

Davey Moore – Phil Ochs

It was out to California young Davey Moore did go,
to meet with Sugar Ramos and trade him blow for blow
He left his home in Springfield, his wife and children five;
the spring was fast approaching, it was good to be alive.
His wife, she begged and pleaded, “You have to leave this game.
Is it worth the bloodshed and is it worth the pain?”
But Davey could not hear above the cheering crowd
He was a champion, and champions are proud.

Hang his gloves upon the wall, shine his trophies bright clear,
another man will fall before we dry our tears
For the fighters must destroy as the poets must sing,
as the hungry crowd must gather for the blood upon the ring.

And thousands gave a roar when Davey Moore walked in,
Another man to beat, another purse to win
And all along the ringside, a sight beyond compare
the money-chasing vultures were waiting for their share,
He stood there in his corner and he waited for the bell;
the signal of the struggle of two men facin’ hell;
and when the bell was sounded, the blows began to rain,
And blows will lead to hate — hate drives men insane.

Hang his gloves upon the wall, shine his trophies bright clear,
another man will fall before we dry our tears
For the fighters must destroy as the poets must sing,
as the hungry crowd must gather for the blood upon the ring.

The fists were flying fast and hard, the sweat was pouring down,
And Davey Moore grew weaker with ev’ry passin’ round.
His legs began to wobble and his arms began to strain,
He fell upon the canvas floor, a fog around his brain.
At last the fight was over, young Davey fought no more,
He lost the final battle behind a doctor’s door.
And back at the arena, the screaming crowd is gone,
and death is waiting ringside, for the next fight to come on.

Hang his gloves upon the wall, shine his trophies bright clear,
another man will fall before we dry our tears
For the fighters must destroy as the poets must sing,
as the hungry crowd must gather for the blood upon the ring.


Hier zijn dus :

John Jacob Niles – Who killed Cock Robin ?



Peggy Seeger – Who killed Cock Robin ?



Bob Dylan – Who killed Davey Moore ?



Phil Ochs - Davey Moore



Het verhaal van Cock Robin door Walt Disney :









The Northern California State Youth Choir - To my Father's House (1968)




TO MY FATHER'S HOUSE
(traditional)


Eerste Opname : The Northern California State Youth Choir (1968) (private recording)

Zang: de fantastische Elaine Kelly; arrangement: Edwin Hawkins. Hij leidde het koor.

Hawkins begon als kind met zingen in de kerk. Op zijn vijfde leerde hij ook piano spelen. In mei 1967 richtte hij samen met Betty Watson het koor "The Northern California State Youth Choir" op. Hawkins was koorleider van de groep en schreef de arrangementen. Het bijna vijftigkoppige koor nam in 1968 de lp "Let Us Go into the House of the Lord" op, dat op kleine schaal verscheen.

De originele mix van gospel en R&B werd echter opgepakt door Abe Keshishian, een dj op het radiostation KSAN-FM uit San Francisco. Hij kreeg de plaat van een vriend in handen en draaide het lied Oh Happy Day op de radio in februari, 1969. Zijn collega Dan Sorkin, een ochtend-dj op de zender KSFO-560 zorgde voor verdere bekendheid van de liederen van Hawkins. 




In 1969 werd het album nogmaals uitgegeven, maar nu grootschaliger op het platenlabel Buddah Records. De naam van het koor werd veranderd in The Edwin Hawkins Singers. "Oh Happy Day" werd al snel op meer radiostations gedraaid en de single werd binnen twee maanden meer dan een miljoen keer verkocht. De single behaalde in het Verenigd Koninkrijk de tweede plaats, en in de Verenigde staten de vierde plaats in de nationale hitlijst. In onder meer Duitsland en Nederland stond het nummer twee weken op de eerste plaats. De single werd wereldwijd meer dan 7 miljoen keer verkocht.

In 1970 scoorde de Edwin Hawkins Singers een tweede hit met het lied: "Lay Down (Candles In The Rain)", samen met zangeres Melanie. Het nummer stond in Nederland twee weken op nummer 1. In de Verenigde Staten behaalde het de zesde plaats


Covers : The Edwin Hawkins Singers (1969), Les Humphries Singers (1970)...


Tekst gaat voort op die van Come And Go With Me To My Father's House, een spiritual die al in 1929 op plaat was gezet door gitaar-evangelist Rev. Edward W. Clayborn.



The Northern California State Youth Choir



The Edwin Hawkins Singers



Reverend Edward W. Clayborn









Jimi Hendrix Experience - Can You please crawl out your window (1967)




Opgenomen op 17 oktober 1967 voor de BBC (“Saturday Club”).

Dit is de Experience op zijn best.  Met een ongelooflijke Dylancover. Niemand zingt Dylan zoals hijzelf, behalve misschien Jimi Hendrix...


zaterdag 19 mei 2012

Tony Bennett - Blue Velvet (1951)




Tony Bennett - Blue Velvet (1951)
(Bernie Wayne/Lee Morris)

De song werd eerst opgenomen door Tony Bennett in 1951.
Later zou Tony Bennett's versie van de song ook opduiken op de soundtracks van "The Last Picture Show" en "Raging Bull"

    
Covers zijn : Clovers (1955) , Statues (1960) , Paragons (1960) , Moonglows (1961) , Bobby Vinton (1963) [n°1 US en in '90 n°2 UK na gebruikt te zijn in reclamespot voor Nivea], Rob De Nijs (1963) [als Hoe Heet Je?], Brenda Lee (1964) , Sammy Davis Jr. (1964).


Tny Bennett - Blue Velvet




Kenny Burrell - Girl Talk (1966)




Kenny Burrell - Girl Talk  (1966)
(Bobby Troup/Neal Hefti)

Op het Cadet label

Dit is een song uit de film "Harlow" een biopic over Jean Harlow. Bobby Troup & Neil Hefti zijn individueel vooral bekend als schrijvers van respectievelijk Route 66 en het thema van Batman.

Covers : Sergio Mendes (1966) , Tony Bennett (1966) , Ramsey Lewis (1967) , Jimmy McGriff (1968) , Ella Fitzgerald (1968) , Betty Carter (1969) , Georgie Fame (1970) , Michael Feinstein (1970) , Gerard Cox (1971) [als Meisjes], Corry Brokken (1971) [idem], Claude Nougaro (1973) [als Dansez sur moi], Jack Jones (1985) , Laura Fygi (1993)


Kenny Burrell - Girl Talk



Tony Bennett - Girl Talk



Claude Nougaro - Dansez sur moi




donderdag 17 mei 2012

Bob Dylan - 17 mei 1966 in de Manchester Free Trade Hall, Manchester




Na de sessies  voor "Positively 4th Street"  wilde Dylan op het podium kunnen reproduceren  wat hij in de studio had gemaakt.

Hij begon al snel een band samen te stellen met verschillende muzikanten , zoals bassist Harvey Brooks en organist Al Kooper, die voor hem hadden gespeeld op Highway 61 Revisited.

Het grootste deel van de muzikanten kwam echter uit Ronnie Hawkins 'groep, Levon en de Hawks (later omgedoopt tot de Band) . Dylan was onder de indruk geweest van de groep toen hij ze zag spelen in Toronto.

Drummer Levon Helm en lead gitarist Robbie Robertson werden al snel uitgenodigd om mee te draaien in de begeleidingsgroep van Dylan. Wanneer Kooper en Levon Helm de band verlieten als gevolg van stress werden bassist Rick Danko, pianist Richard Manuel, organist Garth Hudson, en drummer Bobby Gregg  gevraagd om bij de Band te komen. Ze waren allemaal behalve Gregg lid van de Hawks.

Uiteindelijk zou ook Gregg weggaan en zo werd de Band gevormd.
Dylan en zijn nieuwe begeleidingsgroep gaven sporadisch wat concerten in de Verenigde Staten en Canada, terwijl de eerste sessies voor Blonde on Blonde werden opgenomen.

Ergens in september 1965 trokken Dylan en de Band naar Woodstock, New York om te repeteren voor de tour die er aan kwam.  Een aantal nummers, zoals "Maggie's Farm", "Can you please crawl out your window? ' en "It ain’t me babe" werden weggelaten van de setlist.

De eerste reeks concerten vondt plaats in Noord-Amerika. 

Ondertussen bleken de eerste sessies voor “Blonde on Blonde” niet te brengen wat ervan verlangd werd, zonder Al Kooper. Slechts twee nummers werden gereleased : "Can You Please Crawl Out Your Window?" en "One of Us Must Know (Sooner or Later)"

Dylan trok toen naar Nashville, Tennessee met een nieuwe line-up van studiomuzikanten. In april was Dylan klaar met de sessies voor Blonde on Blonde, en vervolgde hij de tour buiten Noord-Amerika.

Dylan ging eerst naar Australië, waar hij zeven concerten gaf in tien dagen in Sydney, Melbourne, Adelaide en Perth. De tour groep vloog toen naar Scandinavië voor concerten in Stockholm en Kopenhagen. Na Scandinavië ging Dylan naar de UK  (inclusief Noord-Ierland) in mei. Hij maakte een korte trip naar Parijs voordat hij de tour in London afmaakte.



Tijdens het concert van 17 mei 1966 in de Manchester Free Trade Hall, Manchester, werd Dylan uitgejouwd (zoals dat wel meer gebeurde). Op een bepaald moment riep ene John Cordwell  “JUDAS !”  Dit was tussen de nummers "Ballade of a Thin Man" en "Like a Rolling Stone”'.  Dylan repliceerde “I don’t believe you... You’re a liar”. Dan riep hij tegen de leden van zijn band  "Play it fuckin 'hard!". Waarop  ze vervolgens met "Like a Rolling Stone”  de set afmaakten..


The Clancy Brothers & Tommy Makem - Carrickfergus (1964)




The Clancy Brothers & Tommy Makem - Carrickfergus (1964)
(DO BHí BEAN UASAL)


Ik ben een grote fan van "Boardwalk Empire" dat weten julie al. In episode 5 van het eerste seizoen zingt Loudon Wainwright dit lied op een hartverscheurende wijze. Ik wilde weten van waar deze song komt.


 
De oudste opname staat op de lp "The First Hurrah" (Columbia) van de Clancy Brothers & Tommy Makem.

Dominic Behan, broer van Brendan, zong het al in 1961 met licht andere melodie als The Kerry Boat Song op zijn album The Irish Rover.

Covers zijn : Tinkers (1967) [hit IER], Ceoltóiri Chualann & Seán Ó Sé (1969) [als Do Bhí Bean Uasal in het Gaiety Theatre in Dublin, een optreden dat als geen ander een push gaf aan de Ierse traditionele muziek in het algemeen en die van The Chieftains in het bijzonder; Met Paddy Moloney op Uilleann pipes; titel betekent: Er Was Ooit Een Vrouw; het komt erop neer dat die is achtergebleven en dat het water ondertussen veel te diep is om ze zo maar terug te winnen; kortom: dit is in de grond een Ulster-versie van The Water Is Wide; de woorden gaan terug op een 18e-eeuwse macaronische balladsheet (dat is een muziektekst met om beurten verzen in het Iers en het Engels), maar de melodie zoals wij ze kennen gaat blijkbaar niet verder terug dan de jaren '60, toen de Ierse traditionele muziek heropleefde rond een vereniging als Comhaltas Ceoltóir' Eireann (Groep Van Gelijkgestemde Ierse Muzikanten Die De Traditie Willen Doorgeven Aan De Jeugd), eerst gevestigd in Mullingar (Co. Westmeath), later in Dun Laoghaire (Zuid-Dublin) (zie ook: My Lagan Love)], Joe Dassin (1969) [als Mon village du bout du monde], Chieftains (1974) , Dubliners (1975) , Bryan Ferry (1978) , De Danann (1983) , Van Morrison & The Chieftains (1988) , Joan Baez (1989) , Kadril (1996) , Brian Kennedy (1996) , Irish Tenors (1998) , Sheoda (2004) , Lasairfhiona Ni Chonaola (2005) [als An Gleanntan Uaigneach; geleerd van haar grootmoeder], Ronan Keating (2009) , en nu Loudon Wainwright III (in Boardwalk Empire)

Carrickfergus is een Ulsters stadje even boven Belfast, gekenmerkt door een stevig fort gebouwd door de Noormannen omstreeks 1200 en bedoeld om alle in- en uitvarend verkeer van en naar Belfast te controleren, met succes.


The Clancy Brothers & Tommy Makem



Dominic Behan - The Kerry Boat Song



The Chieftains - Carrickfergus



Loudon Wainwright III - Carrickfergus (uit Boardwalk Empire)