dinsdag 2 juli 2013

The Spectres - Traffic Jam




Status Quo, Ook wel bekend als The Quo of gewoon Quo, is een Engelse rock band wiens muziek gekarakteriseerd wordt door een sterke boogie en boogie-woogie stijl. De wortels van de groep lagen bij "The Spectres" opgericht door schoolgangers Francis Rossi en Alan Lancaster in 1962. Na diverse line-up veranderingen, werd de band eind 1967 "The Status Quo", hetgeen uiteindelijk "Status Quo" werd in 1970. Ze hadden uiteindelijk meer dan 60 bekende hits in het Verenigd Koninkrijk, meer dan welke andere rock band ook in de geschiedenis. 22 van hun singles bereikten de top tien in het Verenigd Koninkrijk.

De band begon in de Underground rock in de jaren 60 onder de naam The Spectres.

Rond 1967 ontdekten ze de psychedelische rock en veranderden ze hun naam in Traffic en niet veel later in Traffic Jam (om verwarring te voorkomen met de band Traffic van Steve Winwood). Aan het einde van dat jaar trokken ze Rick Parfitt aan en noemden ze zich Status Quo. Na een korte psychedelische periode met enkele hits zoals 'Pictures of Matchstick Men', 'Blackveils of Melancholy' en Ice in the Sun' veranderde Quo van stijl met het album Dog of two head. Geleidelijk werd met de albums Piledriver en Hello begin jaren zeventig een breed publiek bereikt. De band ontwikkelde een eigen kenmerkende stijl van weinig akkoorden, makkelijke teksten en een stevig ritme.

Ik heb ooit twee singeltjes van die zgn. Pre-Quo periode gevonden (beiden voor twee keren niets in een rommelbak)

Dit zijn ze:


The Spectres

1. "Hurdy Gurdy Man" (Lancaster/Barlow)
2. "Laticia" (Lancaster)


Traffic Jam

3. "Almost but not quite there"
4. "Wait just a minute"


Een weetje : "Almost but not quite there" werd verboden op de BBC wegens openlijke sexuele lyrics.








zaterdag 29 juni 2013

The Dave Clark Five – Do You Love Me ? (1964)




The Dave Clark Five (soms afgekort tot The DC5) was een Engelse popgroep, opgericht in Noord-Londen. The Dave Clark Five was na The Beatles de tweede groep van de British Invasion die mocht optreden in The Ed Sullivan Show.

De groep bracht tussen 1964 en 1967 een reeks succesvolle singles uit, waaronder Glad All Over (1964), Bits and Pieces (1964), Can’t You See That She’s Mine (1964), Because (1964), Anyway You Want It (1964), I Like It Like That (1965), Catch Us If You Can (1965), Over and Over (1965) en You Got What It Takes (1967). De band was zowel in Groot-Brittannië als de Verenigde Staten populair.

Popjournalisten schreven over de ‘Tottenham Sound’ als tegenhanger van de Merseybeat uit Liverpool. Vanaf het begin was de groep een privé-onderneming van Dave Clark. De andere leden van de groep waren bij hem in loondienst. Tot in 1964 hadden alle leden van de groep overigens nog een baan naast hun activiteiten voor The Dave Clark Five. Pas in dat jaar werden ze full-time muzikant.

Dit is mijn EP uit 1964







vrijdag 28 juni 2013

The Who : Under my thumb / The Last Time (1967)



Op 28 juni 1967 komt Mick Jagger voor de rechter in Chichester (graafschap Essex). Hij wordt beschuldigd van het bezit van peppillen. Na de getuigenverhoren wordt hij naar de cel afgevoerd waar hij de nacht doorbrengt.

De dag daarna is het de beurt aan Keith Richards.

Mick krijgt drie maanden en Keith 1 jaar gevangenisstraf plus een fikse geldboete. Deze straf zal in hoger beroep tot een voorwaardelijke straf worden omgevormd. Mick krijgt uiteindelijk 12 maanden voorwaardelijk en Keith wordt vrijgesproken.

Om hun vrienden Mick Jagger en Keith Richards, die opgepakt zijn wegens vermeend drugsbezit, een hart onder de riem te steken, nemen Pete Townshend, Roger Daltrey en Keith Moon op 28 Juni 1967 in De Lane Tea de Stones nummers The Last Time en Under My Thumb op.

Pete Townshend speelt behalve gitaar en toetsen, ook basgitaar vanwege het feit dat John Entwhistle die op 23 Juni 1967 met Alison Wise is getrouwd, nog op huwelijksreis is. 



 
The Who gaan nog verder om Mick Jagger en Keith Richards te steunen. In een advertentie op 30 Juni 1967, betaald door Track Records (de platenmaatschappij van The Who), in de Evening Standard staat te lezen: "The Who consider Mick Jagger and Keith Richards have been treated as scapegoats for the drugproblem and as a protest against the savage sentences imposed on them at Chichester yesterday, The Who are issuing today the first of a serie Jagger/Richards songs to keep their work before the public until they are free again to record themselves". The Last Time/Under My Thumb komt tot een 44ste plaats in de Engelse hitlijst.

Kit Lambert over de single: "It was just a simple gesture, and we are not trying to cash in at all. All royalties will go to charity"

De Stones zullen even later “We love you” opnemen, een bedankje aan de fans om hen te blijven steunen. De song begint met het toeslaan van een gevangenisdeur, het trauma van Mick Jagger die een nacht in de nor doorbracht.


The Who - Under my thumb



The Who - The Last Time
 


The Rolling Stones - We love you
 




donderdag 27 juni 2013

The Pebbles - EP-President / PRC 512 (Frankrijk)



Ze begonnen als "The Flintstones", maar wijzigden algauw hun naam naam  in The Pebbles en  tekenden een contract met Barclay Records. Hun sound kan het best worden omschreven als een hybride vorm van The Hollies, The Moody Blues en The Beatles.

Ze scoorden de ene hit na de andere (twee nr 1 hits in België, Frankrijk en Spanje), maar Barclay was niet geïnteresseerd in de Angelsaksische markt. Daarom werden hun platen niet uitgebracht in de VS en de UK.  Maar "Seven Horses in the Sky”  was wel de alarmschijf op Radio Caroline..



 
Dankzij hun live-reputatie deelden The Pebbles de affiche met o.m. Jimi Hendrix, Small Faces, The Nice, Fleetwood Mac, het Colosseum.

George Harrison was zo gecharmeerd door de band dat hij de groep uitnodigde naar Apple maar Alain Milhaud ("Black Is Black / I want a name” - Los Bravos) wilde hen niet laten gaan.

In 1969 namen ze hun eerste album op.  Luk Smets verliet de band kort daarna.




Uiteindelijk beëindigden ze hun contractuele verplichtingen met Barclay en trokken ze naar United Artists. The Pebbles maakten hier  een prachtig tweede album met Ed Welsh. Succes in de UK kwam er echter niet.

Tenslotte gaat de band uit elkaar in 1974. Hun grootste hits waren "Get Around", "Seven Horses In The Sky", "Incredible George", "To The Rising Sun", "Mother Army”, "The Kid is Allright" en "Mackintosh".

 Luk Smets vormden de uitstekende band “ Shampoo” , terwijl Bob en Fred samen werkten met “ Dream Express”  en later “Trinity”.

De Pebbles brachten in heel hun carrière 1 EP (1968) uit.

The Pebbles - EP-President / PRC 512 (Frankrijk)

1. Huma la la la
2. Someone to love
3. Geneveve
4. I wonder






Jean Ferrat - zijn eerste EP (Vogue EPL 7490) -1958



Jean Ferrat, artiestennaam van Jean Tenenbaum (Vaucresson, 26 december 1930 - Aubenas, 13 maart 2010) was een Franse zanger, componist en tekstschrijver. De carrière van Jean Ferrat begon in het Parijs van de jaren vijftig en in de jaren zestig en zeventig groeide hij uit tot een van Frankrijks populairste zangers. Wegens zijn vaak maatschappijkritische teksten was Ferrat echter ook omstreden.

Tot zijn bekendste liedjes behoort het door hemzelf geschreven La Montagne (Het gebergte) waarvoor hij zich liet inspireren door het landschap rond Antraigues-sur-Volane in de Ardèche, waar hij sinds het begin van de jaren zestig woonde. Het liedje werd wereldberoemd in Nederland door de prachtige versie van Wim Sonneveld ("Het dorp")

Ferrat was communist en een bewonderaar van de communistische dichter Louis Aragon en heeft tientallen van diens gedichten bewerkt tot liedjes. Ook van de docent-dichter Guy Thomas zette hij diverse teksten op muziek. Eén album is zelfs volledig aan diens teksten gewijd ("Je ne suis qu'un cri" uit 1985).

Sinds halverwege de jaren negentig maakte Ferrat geen opnamen meer. Hij trad ook niet meer op, maar hij bleef zich als bekende Fransman wel regelmatig mengen in het publieke debat.

Ferrat overleed op 79-jarige leeftijd na een kort verblijf in het ziekenhuis waar hij was opgenomen nadat hij thuis was gevallen. Hij was ook al geruime tijd ernstig ziek. Zijn begrafenis werd rechtstreeks uitgezonden op de Franse televisie.

Dit is zijn allereerste EP uit september 1958 (Vogue EPL 7490).

A1 : Les mercenaires (G. Dauvilliez - J. Ferrat)
A2 : Ma vie, mais qu’est-ce que c’est ? (Ferrat)
B1 : Fredo la Nature (É. Favre - Ferrat)
B2 : L’homme-sandwich (Ferrat)

Prachtig toch











woensdag 26 juni 2013

Liedjes die mijn moeder zong




Op een warme zomeravond in het jaar 1927, de twee en twintigste juni,  beviel Maria Mathilde Dewit van een dochtertje.  Het was tien uur ’s avonds. Het kindje werd geboren in de kleine leefruimte van het ouderlijk huis te Leerbeek.

Het kindje was zo klein dat het in een schoendoos paste. Het werd onmiddellijk na de bevalling in een van de openingen van de leuvense stoof geschoven om het warm te houden, in een schoendoos !

Het meisje kreeg de naam Yvonne, Maria. Zij was mijn moeder. Ze stierf - veel te vroeg - in 1984.

Ze zou een paar dagen geleden zes en tachtig zijn geworden.

Mijn moeder groeide op tot een levenslustige vrouw.

Ze hield van muziek en zong dikwijls luidkeels mee met de radio, vooral wanneer het om liedjes ging uit haar jeugd. Dat waren meestal franse liedjes, zij was namelijk in het Frans naar school geweest. Van haar heb ik ongetwijfeld mijn liefde voor muziek.

Ze kocht voor mij mijn eerste plaatjes, een EPtje van Petula Clark ("Coeur Blessé), een paar singeltje van the Spotnicks ("Amapola" en "Johnny Guitar") en vooral die EP van Eddie Cochran met "Come on Everybody".

Als ik mijn ogen sluit hoor ik nog steeds de muziek die ze zelf graag hoorde. Ik heb haar die liedjes honderden keren horen zingen.

Hier zijn er een paar.


maandag 24 juni 2013

Nancy Holloway - Bye Bye (EP 1964)




Nancy Holloway – haar echte naam is Nancy Brown – was  een Amerikaanse jazz en rockzangeres, geboren op 11 december 1932 in Cleveland (Ohio US), die in het begin van de jaren zestig waanzinnig populair was in Frankrijk..

Ooit begonnen als danseres toerde Nancy Holloway door Europa en viel uiteindelijk op als zangeres  in Parijs, met een verrukelijk Amerikaans accent.

Met de komst van de yéyé zou ze haar grootste successen boeken.

Ze besloot om zich permanent te vestigen in Parijs in 1960. Daar ontmoette zij en raakte ze bevriend met Elvis Presley die tijdens frequente permissies tijdens zijn militaire dienst in Duitsland naar Parijs kwam.

In  1961 maakte ze haar debuut op televisie en werd haar eerste singletje “Hey Pony” uitgebracht Het succes bleef niet uit. Een eerste EP volgde, met “Hey Pony” en “Fich'le camp Jack” (een versie van Ray Charles's “Hit the Road Jack” , “Dum dum” (Brenda Lee) en “Viens danser le twist (Chubby Checker's Let’s Twist Again)

De rest is geschiedenis.

Deze EP dateert uit juli 1964.

Luister vooral naar de prachtige versie van "C'est bon d'être en été" ...... zeer toepasselijk op onze huidige weersomstandigheden.