woensdag 30 januari 2013

Hugues Aufray en Bob Dylan




In 1962 was Hugues Aufray in New York City. In Greenwich Village kwam hij in aanraking met de opwinding van de folk-revival beweging en ontmoette Bob Dylan. De twee hadden een persoonlijke band en Aufray geraakte geïnspireerd door de jonge Amerikaan en zijn songs.

Hugues was 31 en vader. Dylan was 20.

Bij terugkeer naar Frankrijk introduceerde Aufray de “akoestische folk-stijl” in de Franse pop.

Hugues zegt : “J’ai eu un coup de foudre. Un peu comme en amour. Ce mec est unique, il ne ressemble à personne. Malheureusement, je parle mal l’anglais et je ne comprends pas grand-chose… Mais le courant passe »

Ze blijven in kontakt met elkaar.



 
In het voorjaar van 1964 komt Dylan, net voordat hij terugkeert naar de Verenigde Staten om daar “Another side of Bob Dylan” op te nemen, naar Frankrijk. Hugues haalt hem af op “Le Bourget” en Dylan verblijft bij Hugues Aufray in Parijs.

Aufray is ondertussen beginnen werken aan (met Pierre Delanoë en Jean-Pierre Sabar) aan vertalingen van songs van Dylan voor een Frans album.


 


Ze brengen samen verschillende dagen door, en Dylan zal (ongecrediteerd) harmonica spelen op een paar songs van “Aufray chante Dylan”.

Dylan zal Hugues de slappe lach bezorgen wanneer hij Camembert probeert te eten met een lepel. (“Down the Highway”)

“Aufray chante Dylan”, verscheen in 1965 en sloeg in Frankrijk in als een bom.

Uit dit album kwamen twee franse EP’s.





AUFRAY CHANTE DYLAN – 1965

Face 1 / Side 1
1. La Fille Du Nord…..(Girl From The North Country)
2. Ce Que Je Veux Surtout…..(All I Really Want To Do)
3. Ce N’Était Pas Moi…..(It Ain’t Me Babe)
4. Oxford Town
5. Corrina Corrina
6. Cauchemar Psychomoteur…..(Motorpsycho Nightmare)

Face 2 / Side 2
7. Les Temps Changent…..(Times They Are A-Changin’)
8. La Ballade de Hollis Brown…..(Ballad Of Hollis Brown)
9. La Mort Solitaire De Hattie Carrol…..(Lonesome Death Of Hattie Carroll)
10.Dieu Est A Nos Côtés…..(With God On Our Side)
11.Le Jour Où Le Bateau Viendra…..(When The Ship Comes In)


 


De hoestekst van Pierre Delanoë :

Bien avant que les premières chansons de Bob Dylan n’arrivent jusqu’à nous Hugues Aufray, qui les connaissait depuis l’Amérique, disait à qui voulait l’entendre:

“Dylan c’est formidable, un de ces jours j’enregistrerai un album qui lui sera entièrement consacré, vous verrez que ce sera très important”.

Le voici cet album et je crois réellement qu’il est trés important pour la chanson.

Il y avait pour le réaliser quelques difficultés à résoudre: d’abord le passage de l’anglais, langue contractée, au français, langue prolixe. Ensuite l’abondance dans le texte d’anglicisme, d’américanisme et surtout de “Dylanisme”. Enfin, la transposition du “son Dylan” en “son Aufray”.

Ces problémes ont été résolus et je crois que vous allez entendre du “jamais entendu”.

Certains auditeurs seront peut-être un peu déroutés à la première écoute, mais la sincérité du créateur comme celle de l’interprète finiront par les toucher au coeur.

On peut vraiment parler d’événement, car, en chantant cet auteur américain, Hugues Aufray ressuscite sous une forme moderne un genre bien français oublié depuis un demi-siècle: la “complainte” pleine de vérités populaires, de fraîcheur poétique et de simplicité musicale.

Voilà pourquoi je n’hésite pas à dire que naissent aujourd’hui dans ce disque les premières chansons du folklore international de notre temps.

Pierre Delanoë.





In 2010 zal Aufray nog een Dylan album opnemen “New Yorker” In de liner notes schrijft Dylan, vertaald in het Frans : « Hugues a traduit et enregistré beaucoup de mes chansons et j’ai parfois l’impression qu’elles ont d’abord été écrites en français et que c’est moi qui, ensuite, les ai traduites. Il est un ami cher. »











maandag 28 januari 2013

Bill en Doree Post – Weekend (1959)



Bill en Doree Post – Weekend (1959)

Het echtpaar vormde een songwriting team dat een aantal nummers schreef  voor nationaal bekende artiesten zoals Connie Stevens, The Lettermen, Eddie Cochran, Bobbie Vee en Lawrence Welk.

Bill schreef de teksten en Doree schreef de muziek.

Zelf hadden ze een hitje,  “sixteen  reasons  (why I love you)” .

“Weekend” schreven ze voor Eddie Cochran. Deze had er posthuum een hit mee in 1961.


Bill en Doree Post



Eddie Cochran




vrijdag 25 januari 2013

Georgie Fame - Fats for Fame (EP Columbia SEG8406 - 1965)



Georgie Fame is beïnvloed door jazz, blues en ska muziek. Hij leerde al piano spelen op zijn zevende. Op zijn zestiende tekende hij bij Larry Parnes, die hem zijn artiesten naam Georgie Fame gaf. Jarenlang tourde hij door de UK met artiesten als Joe Brown, Gene Vincent en Eddie Cochran. Hij speelde in de band van Billy Fury genaamd: The Blue Flames. In 1961 besloot Fury verder te gaan zonder de band en veranderde de band naam in Georgie Fame and the Blue Flames.

Dit was het begin van een zeer succesvolle carriere met het spelen van rhythm and blues nummers.  Halverwege de jaren 60 waren zij de enige band uit de UK die werd uitgenodigd om te spelen in The Tamla Motown Package Show. Dit was een show met artiesten als Stevie Wonder en The Surpremes. Dit was de eerste keer dat de Motown show naar Engeland kwam.

In 1963 kwam hun debuutalbum Rhythm And Blues At the Flamingo live at The Flamingo Club. Het album werd geen succes, maar het tweede album Fame At Last maakte dit ruimschoots goed.

Zijn versie van "Yeh Yeh", uitgebracht op 14 januari 1965, stond al na twee weken op nummer 1 in de UK singles chart en dit voor zo'n 12 weken. De follow-up single, in 1965, was "In the Meantime".

Fame maakte zijn Amerikaanse tv-debuut in datzelfde jaar op de NBC Hullabaloo serie. Zijn single "Get Away", uitgebracht op 21 juli 1966, ging in een week naar nummer een in de Britse charts en bleef er 11 weken staan.

"Get Away" oorspronkelijk opgenomen met het oog op het gebruik ervan als een televisie jingle voor een benzine reclame, werd later gebruikt als de theme tune voor een quiz op de Australische televisie.

In 1965 maakte Georgie Fame deze tribute EP voor zijn idool Fats Domino.







Le temps des cerises (1866)




Le Temps des Cerises is een Frans liefdeslied, eigenlijk een strijdlied uit 1866, dat sindsdien wereldwijd uitgegroeid is tot een klassieker.

De tekst is geschreven door Jean-Baptiste Clément, de muziek door Antoine Renard.

Het lied wordt sterk geassocieerd met de Commune van Parijs (1871). De Parijzenaar Jean-Baptiste Clément (1837–1903) groeide op in een tijd van stijgende politieke bewustwording van de arbeiders en hij was vol hoop bij de oprichting van de Eerste Internationale in 1864. Toen in de lente van 1871, na de Frans-Duitse Oorlog en de uitroeping van de Franse Republiek, de ‘Parijse Commune’ ontstond, was hij een geestdriftige aanhanger. Overmoedig grepen de revolutionairen de macht, verklaarden de hoofdstad onafhankelijk, en kondigden allerlei sociale maatregelen af. De Commune duurde slechts een tweetal maanden, van 18 maart tot 28 mei 1871.

De Commune wordt uiteindelijk neergeslagen door de Franse troepen en een ultiem gevecht op het kerkhof “Père LaChaise” op 28 mei 1871. 157 Communards worden gefusilleerd bij de “Mur des Fédérés”. Het is einde van de “Semaine Sanglante”.


 



Haar belegering en repressie kostten het leven aan meer dan twintigduizend opstandelingen en zo’n achthonderd soldaten. Jean-Baptiste Clément vocht mee aan de zijde van ‘de communards’.

De laatste dag van de strijd ontmoette hij op de barricade een arbeidster, Louise. Zij was te hulp gesneld om de gewonden te verzorgen. Clément droeg zijn vijf jaar oude gedicht Cerises aan haar op.

Later groeide het lied voor de onbekende verpleegster op de barricade uit tot een zinnebeeld, een kenwijsje en een klassieker van het franse chanson.




 


Quand nous en serons au temps des cerises (Quand nous chanterons le temps des cerises)
Et gai rossignol et merle moqueur
Seront tous en fête
Les belles auront la folie en tête
Et les amoureux du soleil au cœur
Quand nous chanterons le temps des cerises
Sifflera bien mieux le merle moqueur

Mais il est bien court , le temps des cerises
Où l'on s'en va deux cueillir en rêvant
Des pendants d'oreilles
Cerises d'amour aux robes pareilles (aux larmes pareilles)
Tombant sous la feuille en goutte de sang
Mais il est bien court le temps des cerises
Pendants de corail qu'on cueille en rêvant

Quand vous en serez au temps des cerises
Si vous avez peur de chagrins d'amour
Evitez les belles
Moi qui ne crains pas les peines cruelles
Je ne vivrai pas sans souffrir un jour
Quand vous en serez au temps des cerises
Vous aurez aussi des chagrins d'amour

J'aimerai toujours le temps des cerises,
C'est de ce temps-là que je garde au cœur
Une plaie ouverte
Et Dame Fortune en m' étant offerte
Ne saura jamais calmer ma douleur (Ne pourra jamais fermer ma douleur)
J'aimerai toujours le temps des cerises
Et le souvenir que je garde au cœur




In een liedbundel uit 1885 droeg Clément het op aan "la vaillante citoyenne Louise, ambulancière de la Rue Fontaine-au-Roi, le dimanche 28 mai 1871" en die hij nooit meer terugzag. Zijn liefdeshoop werd geïdentificeerd met politico-sociale verzuchtingen omdat genoemde barricade de laatste was die in handen bleef van de Communards. Clément, die wist te ontvluchten en tien jaar in ballingschap in Brussel en Londen verbleef, merkte bij zijn terugkeer tot zijn grote ontroering dat zijn romantische bevlogenheid intussen het hart had gestolen van de hele Franse goegemeente.


Eerste uitvoerder was de Belgische tenor Antoine Renard die in 1868 de tekst van Jean Baptiste Clément in zijn loge kreeg toegestopt. Die tekst was al van 1866, vijf jaar vóór de Parijse Commune. Meest bekende nummer uit die periode en een universeel links strijdlied sedertdien. 


 


De oudste opname die ik vond is deze van Fred Gouin uit 1928.


Hier zijn


Fred Gouin  (1928)



Jean Lumière (1947)



Marcel Mouloudji  (1969)



en de onsterfelijke Yves Montand  (1955)




 
 
 

dinsdag 22 januari 2013

Simon Scott & The Le Roys - Move It Baby/What kind of woman - Parlophone R 5164 (1964)




Simon Scott & The Le Roys - Move It Baby/What kind of woman  - Parlophone R 5164 (1964)

Gevonden tussen mijn singletjes op zolder. Wat een plaat is dit zeg. 

Prachtige single met dubbele A kant wat mij betreft. Alles zit goed, de zang, de begeleiding, de instrumenten, prachtig.





Wie is die Simon Scott ?
Een jonge man met de looks van Cliff Richard of de vroege Elvis.

We weten niet veel over deze man.

Hij kwam naar Engeland in 1962 uit Darjeeling (India). Een paar jaar later maakte hij twee (!) singletjes voor Parlophone, waaronder deze. Hij werd vooral gepromoot door het muziekblad “Fabulous”. Ondanks alles werd het een flop.

“Move it baby” klom tot nummer 37 in de Engelse Charts in de zomer van 1964. Daarna was het gedaan.



Move it baby



What kind of woman





vrijdag 18 januari 2013

Jerry Butler - “Find another Girl” (1961)



Jerry Butler werd geboren als Jerry Butler Jr  op  8 december 1939, in Sunflower, Mississippi

Het midden van de jaren 1950 hadden  een grote impact op Butler. Hij groeide op in armoede en woonde in het Chicago Cabrini-Green wooncomplex.

Muziek en de kerk waren toen de enige troost voor raciale discriminatie en ongelijkheid.  Hij zong in een kerkkoor met Curtis Mayfield. Als tiener zong Jerry Butler in een gospelkwartet genaamd de Northern Jubilee Gospel Singers, weer samen met Mayfield.

Curtis Mayfield, een gitarist, werd de eenzame instrumentalist voor de Roosters, een groep die later zou evolueren naar de supergroep  The Impressions, geïnspireerd door Sam Cooke en de Soul Stirrers, de Five Blind Boys of Mississippi, en de Pilgrim Travelers.

Voor the Impressions schreef Butler "For Your Precious Love" . Het nummer kwam uit op Vee-Jay Records en werd de eerste gouden plaat voor the Impressions.

In 1960 ging Jerry Butler solo..

Met zijn goeie vriend Curtis Mayfield nam Jerry onder zijn eigen naam en aantal nummers op die stuk voor stuk hits werden.

Curtis Mayfield zou later verder gaan met  the Impressions


 


“Find another Girl” (1961)

"Find Another Girl" werd geschreven door Curtis Mayfield die gitaar speelt en de vokale harmonie verzorgt.

Let ook  vooral op het prachtige gitaarspel van Curtis. Zijn prestatie hier is waarschijnlijk een van de allerbeste begeleidinge die ik ooit heb gehoord. Zijn spel staat op zichzelf.

Curtis heeft ook een speciale manier van spelen. Hij bespeelt een Fender Stratocaster met zijn duim. Zeer sfeervol, zeer mooi, zeer ongedwongen.

En laat ons vooral genieten van de warme stem van Jerry Butler.

Find another girl




zaterdag 12 januari 2013

Randy Newman - de vroege originals



Randall Stuart (Randy) Newman (Los Angeles (Californië), 28 november 1943) is een Amerikaanse componist en zanger. Hij bracht meer dan 35 albums uit. Hij schreef ook diverse soundtracks voor films.

Newman groeide op in een muzikaal beroemde familie. Zijn ooms Alfred, Lionel en Emil waren gerespecteerde filmcomponisten. Zijn vader Irving schreef een song voor Bing Crosby. Newman werd op zijn zeventiende jaar professioneel songwriter voor een uitgever in Los Angeles. Toen hij met hulp van zijn vriend Lenny Waronker een platencontract bij Reprise kreeg, stopte hij als broodschrijver en richtte zich op een carrière als singer/songwriter.

Zijn orkestrale debuut in 1968 Randy Newman Creates Something New Under The Sun was niet direct een succes in verkoopcijfers, maar de nummers van het album werden binnen korte tijd door diverse artiesten op de plaat gezet. Met zijn volgende album 12 songs (1970) oogstte Newman alom lof. Gedurende de jaren zeventig maakte hij diverse platen, waaronder Sail Away, Good Old Boys en Little Criminals.

Kenmerkend voor zijn hits zijn de bijtende satirische teksten, zoals God's Song van het album Sail Away. Daarin laat hij God zeggen waarom hij zoveel van de mensen houdt, hoewel hij de steden platbrandt en hun kinderen afneemt. De mensen zeggen dat ze gezegend zijn met zo'n Heer. You must all be crazy to put your faith in me! That's why I love mankind!.

Al verschillende malen werd Newman bekritiseerd of zelfs voor de rechter gedaagd vanwege cynische teksten die door veel Amerikanen verkeerd begrepen worden. De tekst van Short people schoot bij veel kleine mensen in het verkeerde keelgat.

Sinds de jaren tachtig verdeelt Newman zijn tijd tussen het opnemen van nieuwe albums en componeren voor films.



In het prille begin schreef Randy voor anderen. Een klein overzichtje :

01 The Fleetwoods - Ask Him If He's Got A Friend For Me
Waarschijnlijk de allereersten die wat in zijn schrijfsels zagen waren de Fleetwoods, toen al zeker op hun retour (hun hit wast Come softly to me uit 1959). Deze Randy Newman song was bedoeld voor  een album uit 1965. Hij belandde in de schuif en kwam terecht op een soort anthology uit 1983.

02 Jerry Butler - I Don't Want to Hear It Anymore (1964)
De eerste Top 100 notering voor een RANDY NEWMAN Song.

03 Gene Pitney - Just One Smile
04 Gene Pitney - Nobody Needs Your Love

Nobody needs your love werd eerst opgenomen door Jerry  Butler, maar de hit kwam van Gene Pitney in 1966.





05 Eric Burdon and the Animals - Mama told me not to come
Stond op een Franse EP. Voor de hit van Three Dog Knight. 






06 Tommy Boyce - Simon Smith and the amazing dancing bear (1966)
Een vol jaar voor the Alan Price Set, en voraleer Tommy Boyce een team werd met Bobby Hart.


07 Manfred Mann - So Long Dad
Het begin van de Britse belangstelling  voor Randy.

08 The Alan Price Set - Living Without You
09 The Alan Price Set - Bet no one ever hurt this bad

Alan Price was totaal verkocht aan Randy Newman Songs. Zijn album uit 1967 “A price on his head” bevatte  niet minder dan 7 RANDY NEWMAN Songs op13.

 



10 Cilla Black - I've Been Wrong Before
11 Lee Hazlewood - Lets Burn Down The Cornfield
12 The Alan Price Set - Tickle Me
13 The Brothers - Love Story
14 Fats Domino - Have You Seen My Baby
15 Nilsson – I’ll Be Home




16 Wayne Fontana - Dayton Ohio 1903
Wayne Fontana van de vroegere Mindbenders.

17 Bonnie Raitt – Guilty

18 Judy Collins  - I think it’s gonna rain today. De royale introductie van Judy Collins van een nieuw talent.