dinsdag 31 juli 2012

The Gerry Mulligan Quartet - What is there to say ? (1959)




Wat doe je op een druilerige zomernamiddag ? Niet treuren, ook niet eindeloos naar die Olympische Spelen gapen.

Ik trek mij terug op de zolder en daar luisterde ik vandaag naar Jazz. Niet zomaar wat Jazz, maar naar een elpee die voor mij een introductie was voor deze machtige muziek.

Het Gerry Mulligan Quartet, begonnen met de onnavolgbare Chet Baker op trompet, maar die ging algauw solo.

Dit was Gerry Mulligan laatste quartet zonder piano uit de fifties. Alles is er perfect.

Ik hou van deze muziek.

1. "What Is There to Say?" – 4:03
2. "Just in Time" – 4:11
3. "News from Blueport" – 5:03
4. "Festive Minor" – 6:14
5. "As Catch Can" – 3:54
6. "My Funny Valentine" – 4:06
7. "Blueport" – 8:47
8. "Utter Chaos" – 4:23

Gerry Mulligan - Baritone saxophone
Art Farmer - Trompet
Bill Crow - Bass
Dave Bailey - Drums











maandag 30 juli 2012

Bob Dylan – Leopard-Skin Pill-Box Hat [CBS EP 6345] 1967




Bob Dylan – Leopard-Skin Pill-Box Hat [CBS EP 6345]

Deze EP is uit Mei 1967.

Er valt weinig over te vertellen. De nummers komen weer uit “Blonde on Blonde”. Alleen “Leopard-Skin Pill-Box Hat” is korter, 2:20 ipv. 3.50.

Dit was de laatste EP van Dylan in Frankrijk.

Het was nu wachten tot Januari 1968 op de release van de LP “John Wesley Harding”





Well, I see you got your brand new leopard-skin pill-box hat
Yes, I see you got your brand new leopard-skin pill-box hat
Well, you must tell me, baby
How your head feels under somethin’ like that
Under your brand new leopard-skin pill-box hat

Well, you look so pretty in it
Honey, can I jump on it sometime?
Yes, I just wanna see
If it’s really that expensive kind
You know it balances on your head
Just like a mattress balances
On a bottle of wine
Your brand new leopard-skin pill-box hat

Well, if you wanna see the sun rise
Honey, I know where
We’ll go out and see it sometime
We’ll both just sit there and stare
Me with my belt
Wrapped around my head
And you just sittin’ there
In your brand new leopard-skin pill-box hat

Well, I asked the doctor if I could see you
It’s bad for your health, he said
Yes, I disobeyed his orders
I came to see you
But I found him there instead
You know, I don’t mind him cheatin’ on me
But I sure wish he’d take that off his head
Your brand new leopard-skin pill-box hat

Well, I see you got a new boyfriend
You know, I never seen him before
Well, I saw him
Makin’ love to you
You forgot to close the garage door
You might think he loves you for your money
But I know what he really loves you for
It’s your brand new leopard-skin pill-box hat

zaterdag 28 juli 2012

The Flies - (I'm Not Your) Stepping Stone / Talk To Me (Decca – F.12533) 1966.




The Flies - (I'm Not Your) Stepping Stone / Talk To Me  (Decca – F.12533) 1966.

In 1966 brachten The Flies een single uit; (I'm not) your Stepping Stone. Ze hadden het nummer gehoord op een demo voor Paul Revere and the Raiders, gemaakt door Tommy Boyce en Bobby Hart.

De single flopte. Kort daarna brachten the Monkees de song uit als B kant van "I'm a Believer".

The Monkees gebruikte het als een b-kant. Dat zegt genoeg, niet echt iets voor hen. Het was pas veel later dat de song werd herontdekt door psychedelische verzamelaars.



 



De Flies begonnen als "The In-Sects". Ik heb ooit de LP van de In-Sects gekocht in een uitverkoop in Gent in 1966 toen ik daar studeerde. De prijs staat nog op de LP (9 Frank !!!). Ik zal ze misschien later eens posten.

Deze single heb ik ook voor twee keer niks gevonden op een brocante in 1968, twee jaar nadat de single uitkwam.

Voor mij is het nog altijd een van de betere singles uit die tijd.

(I'm Not Your) Stepping Stone



Talk To Me





The Bo Street Runners (1964)



De Bo-Street-Runners namen hun eerste plaatje op als reactie op de vraag van de fans. Die wilden namelijk een aandenken van het wekelijkse optreden in het Railway Hotel in Harrow bewaren, en daarom nam de groep een EPtje op in 1964.

De plaat werd verkocht na optredens voor vijf shilling. De huidige (eind 2010) waarde voor een mint exemplaar van deze EP wordt op 1600 pond (Record Collector Magazine) geschat. Geen slechte investering.

De band plukte vier nummers uit hun programma. Op kant een stond Willy Dixon's “I Just Wanna Make Love t To You” en Ray Charles  ' Lonely Avenue”'. Kant twee bestond uit John Dominic’s zelf gepend “Bo Street Runner”  en  Jimmy Reed's “Shame, Shame, Shame”.

De studio was die van RG Jones of  Morden, SW Londen, die zijn eigen label had “Oak Records”.

Oak Records produceerde voornamelijk Jazz platen sinds 1958. Met de opkomst van de Beat werden ook Rhythm & Blues groepen aangetrokken.  Onder hen waren de Rolling Stones, The Yardbirds en David Bowie. Geen wonder dat de “Runners”  voor deze locatie kozen voor hun eerste opname.



De vier tracks werden opgenomen in een korte sessie van een paar uren. De band speelde live en de vocalen werden op het einde erin gemixt.

Om TVA te vermijden werd de plaat slechts op 99 exemplaren geperst. Vandaar waarschijnlijk die ongelooflijke waarde vandaag.

De groep is bekend omdat Mick Fleetwood er korte tijd  deel van uitmaakte en omdat Mike Patto de zanger was. De groep bestond uit Gary Lewis (lead guitar),  Mike Patto (zang), Dave Cameron (bas), Barry Wilson (drms) en  Tim Hinkley (orgel). In die line up won de groep de wedstrijd van Ready Steady Go, “Ready Steady Win”. De bedoeling was om de groep te zoekn die de volgende “Beatles “ zouden worden.


 

Dit is mijn EP (uit 1964). Ze is zeer zeldzaam en waardevol. Ik kreeg ze van een vriend uit London die ze niet meer hoefde te hebben. Hij wist waarschijnlijk niet dat dit een waardevol exemplaar was. Ik trouwens ook niet in die tijd. Sorry Paul.




vrijdag 27 juli 2012

Louise Cordet – The sweet beat of Louise Cordet (DECCA DFE 8515) 1963



Louise Cordet – The sweet beat of Louise Cordet (DECCA DFE 8515) 1963

Louise Cordet was een fenomeen in de Engelse pop-rock voor ongeveer twee jaar. Het begon allemaal toen ze in 1962 nr. 13 bereikte in de hitlijsten met “I’m Just A Baby”.

Ze werd geboren te Londen als Louise Boisot op 8 februari 1945.

Hoewel ze misschien een beetje “teeny” en “braaf” voorkwam sloot ze toch perfect aan bij het nieuwe fenomeen, de beat.

Als dochter van een grote tv-persoonlijkheid (en peetdochter van Prins Philip),was haat afkomst absoluut niet wat de afkomst was van de meeste van de Liverpool bands, de arbeidersklasse.

Toch was ze geliefd en had ze haar publiek. Decca beschouwde haar zo’n beetje als het antwoord op Helen Shapiro.

In 1963 verscheen Louise Cordet in twee films, “Just For You and Just For Fun”, een follow up voor de film “It’s Trad, Dad”. Het beste moment en misschien ook het enige mooie moment was de song “Which Way The Wind Blows” gezongen door Louise Cordet.

Cordet toerde in 1963 met The Beatles en Gerry and the Pacemakers. Gerry schreef voor haar “Don’t let the sun catch you crying”. Zij nam het op in 1964 voordat Gerry and the Pacemaklers het opnamen.

Daarna nam ze nog een formidabele versie op van “Two Lovers” van Mary Wells (Tamla Motown) , een nummer dat gerust naast om het even welke song uit die tijd mocht staan. Het succes bleef echter uit..

Tegen 1965 was haar carrière voorbij. Ze ging naar Frankrijk waar ze nog een EP opnam.

Ze woont nu in Griekenland, waar ze getrouwd is en 3 kinderen heeft.

Hier is mijn EP uit 1963, “The sweet beat of Louise Cordet”, en de fameuze single “Don’t let the sun catch you crying”.

 

Met Gerry and the Pacemakers en the Beatles.





woensdag 25 juli 2012

Sylvie Vartan - Ballade van een Glimlach (1966)




Gisteren gekeken naar "de Canvascrack" met Herman Van Molle.

Even was ik woest wanneer hij het had over de "yéyé-girl" Sylvie Vartan, die in 1966 in België en Nederland haar enige Nederlandstalige single uitbracht.

Zijn afkeurende blik en wegwerpgebaar was er - wat mij betreft - te veel aan.

Foei Herman. Sylvie doet het in elk geval beter dan die slijmbalbroer van je.

Hier is de single.

A: Ballade voor een glimlach



B: Het is voorbij





zondag 22 juli 2012

Ferre Grignard - Ring Ring I've got to sing (1966)



De ster van Ferre Grignard staat ineens aan de hemel in 1964. Hij heeft een grote hit: ‘Ring Ring, I’ve Got to Sing’. Het is het begin van een korte, maar hevige carriere die de Antwerpse cafezanger tot op de planken van de Parijse Olympia zal brengen.

Maar daar blijft het wel bij.

Grignard wil eigenlijk helemaal geen carriere in de showbizz. Maar hij zit nu eenmaal op de trein richting succes.

Fernand - Ferre - Grignard wordt in 1939 geboren in een kleinburgerlijk Antwerps gezin. Zijn schoolcarriere is een aaneenschakeling van mislukkingen tot zijn vader hem eindelijk naar het kunstonderwijs laat vetrekken. Hij wil schilder worden. In de late jaren vijftig ontstaat er in de buurt van de Antwerpse Stadswaag een circuit van artiestencafes en galerijtjes. Grignard stort zich daarin.

Hij maakt er o.a. kennis met Fred Bervoets. Intussen heeft hij zich zelf gitaar leren spelen en treedt hij af en toe op met gelegenheidsensembles. Ze spelen skiffle en blues. Grignards stem en zangstijl vallen bij velen meteen op: hij heeft de Blues, al spreekt hij geen woord Engels.

Met de schilderscarriere wordt het niks. Grignard geraakt niet van de grond. Hij heeft intussen wel een gezin gesticht. Ze leven op de rand van de armoede.

In 1964 gaat in Antwerpen cafe ‘De Muze’ open: een nieuwe verzamelplaats voor ‘alternatief’ Antwerpen en wijde omgeving. Ferre gaat er dikwijls zingen en spelen. De ondernemende cafebaas neemt een plaatje van hem op, in eigen beheer: ‘Ring, Ring’. Wat later komt platenbaas Hans Kusters langs. Ook hij raakt onder de indruk van Ferre’s zangstijl. Hij biedt Ferre een contract aan en laat ‘Ring, Ring’ opnieuw opnemen.

Het wordt een knallende hit. Ferre is de juiste man op de juiste plaats: het hoogtepunt wordt een optreden in de Olympia.

Kort daarop klaagde hij de Franse vedette Johnny Hallyday aan, die een bewerking had gemaakt van zijn tweede hit “My crucified Jesus”. Het plagiaat zelf kon hem niet zoveel schelen, wel het feit dat Halliday er een tekst op had gemaakt, die beledigend was tegenover hippies in het algemeen en Grignard in het bijzonder.

Grignard leefde overeenkomstig zijn imago: wild en nonchalant. Dat deed zijn carrière geen goed. De fans waren hem snel vergeten en Grignard werd weer cafézanger. Vlak voordat hij in 1982 aan keelkanker zou overlijden, probeerde hij een come-back te maken, “met beklemmend werk, indringend als een lange doodskreet”.

Omdat hij vaak in het Antwerpse jazzcafé “De Muze” zat, hangt er ook nu nog steeds een groot portret van Grignard aan de muur.

Dit is zijn debuut single. 


Ring, Ring, I've got to sing



We Want War




Paul Simon in London – 1965



Na de EP van gisteren dacht ik dat ik het hele verhaal maar eens moest vertellen.

Kort  na de opnames van hun eerste album als Simon & Garfunkel splitte het duo. Simon ging naar Engeland en Artie zette zijn architectenstudie voort aan Columbia School of Architecture.

Simon speelde in verschillende folkclubs in Engeland. Het is in zo’n club dat hij Kathy Chitty ontmoette. Ze was een mooi, nogal bedeesd meisje. Paul voelde zich aangetrokken en er ontstond iets moois.

Hij zal haar vereeuwigen in twee songs, “Kathy’s Song” en “America.”

Het groeiende succes van Paul was echter teveel voor Kathy die zoals gezegd eerder bedeesd was. De twee groeiden uit elkaar.

Hier in London was het dat Paul traditionele liederen leerde als “Scarborough Fair.”

Artie kwam wel op bezoek, en soms deden ze samen een optreden in een van de  folkclubs. Paul vertelt : “Our friend Kathy´d collect the money in a sailor´s hat, it was called busking and we were buskers.”



                  The Seekers met Bruce Woodley (tweede van links)

 
Het was ook in Engeland dat Paul Bruce Woodley ontmoette, een Australier die er met “The Seekers” was aangespoeld om het geluk te zoeken. The Seekers zouden weldra hoge toppen scheren in de UK.
 
Samen schreven zij “Red Rubber Ball”, “I wish you could be here” en “Cloudy”. The Seekers namen ook Simon’s “59th Street Bridge(Feeling Groovy)” op.


 
Rond die tijd speelde Paul ook producer voor het album van Jackson C. Frank, met wie hij samenspeelde in het Londense Folk Circuit.

In de lente van 1965 ging Paul kort terug naar New York waar hij samen met Artie twee “elektrische”  folksongs opnam, “ We´ve Got A Groovey Thing Going” en “Somewhere They Can´t Find Me”.

Later zou Paul vertellen dat Tom Wilson (producer van Wednesday Morning 3AM) hen had gevraagd om iets moderns te doen met hun songs want dat “echte folksongs” niet meer verkochten.

De twee opnames waren echter niet zo goed en Paul vertrok terug naar Engeland. Hij nam er – waarschijnlijk in een week tijd – een album op : “The Paul Simon Song Book”.



                 Oorspronkelijke kaft van Paul Simon Songbook

Dit leidde tot een paar optredens voor de BBC in het programma “Five to Ten” een religieus programma. De songs waren er beland via Judith Pieppe, een sociale werkster die had gezien dat vele van die vroege liedjes van Paul Simon een religieuze ondertoon hadden. Paul leefde met Kathy trouwens in de flat van Judith, waar ook Al Stewart en Sandy Denny leefden.

Terwijl Simon in Engeland verbleef in de zomer van 1965 begonnen radiostations in Florida verzoekjes te krijgen voor een song uit “Wednesday Morning, 3 A. M”, “The Sound of Silence”. De song werd ook vaak gedraaid in Boston op de radio. Tom Wilson (de producer) had the Byrds gehoord en vroeg zich af of dit niet een oplossing zou kunnen zijn.


 



En ja, prompt werd de oude opname van “The Sound of Silence” van een backing track voorzien door de muzikanten die bezig waren “Highway 61” van Bob Dylan op te nemen. Tom Wilson was hier namelijk ook de producer.

Columbia bracht de “elektrische” “Sounds of Silence”  uit met op de B Kant “We´ve Got a Groovey Thing Goin´´. Men noemde het “Folk-Rock” en een nieuw genre was geboren.

In September 1965 hoorde Paul Simon voor het eerst de single. Hij stond op het punt op het podium te stappen in een Deense Folkclub. In December stond “Sounds of Silence” op 1 in de Bilboard Charts.

Simon keerde hals over kop naar New York terug, het duo kwam weer bij elkaar en nam praktisch de hele “Wednesday Morning, 3 A.M” opnieuw op, maar deze keer met elektrische backing band.

Op 17 Januari 1966 werd het album “Sounds of Silence” uitgebracht en schoot naar nummer een. Tegelijk werd ook  “Wednesday Morning, 3 A.M” opnieuw uitgebracht. Deze keer bleef ook hier het succes niet uit.






De rest is geschiedenis.

Hierbij gaan enkele “verloren” songs van Paul Simon, gemaakt met Bruce Woodley van The Seekers.

De opnames van de Amerikaanse groep The Cyrkle zijn een andere zaak. De leadzanger zegt dat Paul Simon hen deze songs gaf toen ze toerden met het duo in de States in 1966.

Hier zijn :

01 The Seekers -  Someday, One Day
02 The Seekers -  Cloudy
03 The Seekers -  Red Rubber Ball
04 The Seekers -  I Wish You Could Be Here
05 Paul Simon -  Blues Run The Game
06 Jackson C. Franck -  Blues Run the Game
07 Simon & Garfunkel -  Cloudy
08 Simon & Garfunkel -  Red Rubber Ball
09 The Cyrkle – Red rubber ball
10 The Cyrkle – Red rubber ball (alt version)
11 The Cyrcle -  Cloudy
12 The Cyrkle – I Wish I Could Be Here








zaterdag 21 juli 2012

Paul Simon – CBS EP 6211 (1969)



Paul Simon – CBS EP 6211 (1969)


Ik hou van EP tjes, vooral van de Franse EP’s met die prachtige hoezen. Het is ook een deel van mijn jeugd. Ik verzamel ze sinds ik plaatjes koop.

In 1965 nam Paul Simon een album op in London,  het zgn. “Paul Simon Song Book”. De lp kwam niet uit want ze werd tegengehouden door Paul Simon.

Dit is echter maar gedeeltelijk waar. In Europa werd de plaat wel uitgebracht, compleet met sarcastische linernotes van Paul himself. De hoes van de lp is symbolisch. Je ziet Paul met zijn toenmalige vriendin Kathy Chitty, zittend in  “narrow streets of cobblestone” in London, de stad waar Simon woonde.


 


De plaat werd opgenomen terwijl Paul Simon in Engeland verbleef. Hij was naar het oude continent vertrokken omdat de eerste Simon & Garfunkel LP (Wednesday Morning, 3 A.M. ) weinig of niets had uitgehaald.  Ze was praktisch onopgemerkt voorbijgegaan.

Simon nam het solo-album op in een paar dagen. Er stond 1 microfoon, en alleen Paul met zijn gitaar.

In Frankrijk kwam er een EP uit de plaat op de markt.

Dit is ze, een collector’s item. Let op de hoes “Simon sans Garfunkel”









vrijdag 20 juli 2012

The Riot Squad (PYE EP PNC 12.135) – 1965




In de reeks "Vergeten Helden"...

The Riot Squad was een Londense R&B band die in 1965 door producer Larry Page werd gestuurd. Maar toen die andere dingen belangrijker vond kwam de groep onder de hoede van Joe Meek, een producer die heden ten dage op zich al een ware verzamelaarsschare aantrekt. Neem er dan nog bij dat de groep bestond uit muzikanten die later in grotere bands furore zouden maken en je kunt aanvoelen dat de waarde van hun platenmateriaal voor de verzamelaar is gestegen.

Hun handjevol singles werden daarnaast geen echte grote hits zodat ze al moeilijker zijn te vinden.

The Riot Squad kende in hun korte periode van hun bestaan (1965-1967) een aantal bezettingswisselingen. Vaste kern waren Graham Bonney, Ron Ryan, Mike Martin en Mitch Mitchell. Later zou Jon Lord als keyboardman zich bij de groep aansluiten. Na het uiteengaan van de groep kende zanger Graham Bonney succes als solozanger. Denk aan zijn hit “Super Girl”. Mitch Mitchell werd later drummer bij de Blue Flames van Georgie Fame en weer wat later drummer bij de Jimi Hendrix Experience. En Jon Lord maakte later deel uit van Deep Purple.

Dit is hun EP uit 1965

 


          The Riot Squad in 1965 – Mitch Mitchell staat helemaal links

donderdag 19 juli 2012

Mary Hopkin – Goodbye (1969)



Mary Hopkin – Goodbye (1969)

Op 1 maart 1969 wordt in de Londonse studio’s van Abbey Road Mary Hopkins tweede single opgenomen.

Mary Hopkin (Pontardawe, 3 mei 1950) kom uit Wales.

Haar single "Those Were the Days", geproduceerd door Paul McCartney, kwam in Groot-Brittannië uit in augustus 1968 op het Apple-label en bereikte daar een eerste plaats (en een tweede plaats in de Verenigde Staten). Het is een bewerking van het Russische volksliedje “Dorogoj dlinnoju” van Boris Fomin en tekstschrijver Konstantin Podrevskii.

 


Nu is het tijd voor een tweede single.  Het wordt een “Lennon-McCartney” nummer, hoewel het eigenlijk een McCartney nummer is.

Paul heeft een demo.

De single wordt uitgebracht op 28 maart 1969 (APPLE 10), en geraakte tot nummer 2  in de Britse Charts.

The Beatles hebben het nummer nooit zelf uitgebracht.

Hier zijn

De demo van Paul



en "Goodbye" door Mary Hopkin



dinsdag 17 juli 2012

Bob Dylan - “I Want You” – 7″ mono EP, CBS 5769 (France), Sep 1966




“I Want You” – 7″ mono EP, CBS 5769 (France), Sep 1966

Deze EP uit september 1966 was de EP waar iedereen zat op te wachten. Deze EP had “I want you” op dat moment een redelijke hit in Frankrijk.

Alle nummers komen uit “Blonde on Blonde”

Er zijn kleine verschillen in de duur :

1. “I want you” is iets langer dan de single edit.
2. “Just like a woman” is eveneens iets langer.
3. “Obviously 5 believers” is de versie van de LP.

Dit was de voorlaatste EP die Dylan in Frankrijk zou uitbrengen.









maandag 16 juli 2012

Sherbet - Howzat (1976)




Dit was een van de meest succesvolle Australische bands van de seventies.

Deze single is uit 1976, het jaar waarin de groep ook buiten Australië piekte.

De klassieke bezetting van de groep was :  Daryl Braithwaite( zang), Tony Mitchell (bas), Garth Porter (keyboards) , Alan Sandow  (drums) en Clive Shakespeare (gitaar).

De groep kwam uit Sidney waar hij gevormd werd in 1969. Van in het begin was de groep mateloos populair. In Europa zouden ze een “One hit Wonder” blijven.

De groep maakte negen albums, allemaal goud in Australië.

Gitarist Clive Shakespeare stierf in februari van dit jaar.

Howzat



Motor of Love



zondag 15 juli 2012

T REX - Hot Love (1971)




Ik had Tyranosaurus Rex al eens gezien tijdens het Festival te Bilzen op 23 augustus 1968. Toen was het nog een duo met Marc Bolan en Steve ‘Peregrine’ Took (de artiestennaam komt van een personage uit de In de ban van de ring-trilogie van Tolkien). 




 
Tyranosaurus Rex speelden na The Pretty Things en net voor the Simon Dupree Big Sound, en daarna The Move. Van programmatie gesproken.  Ondanks dit was het een mooi concert, maar de akoestische set ging iets of wat verloren in het tumult van de wei. Ik zat gelukkig vooraan en heb genoten.

In 1970 wordt de naam van de band ingekort tot T. Rex en ontwikkelt de band zich van de hippiefolk af richting door pop en rock-'n-roll beïnvloede rockmuziek: de band maakt meer gebruik van elektrische gitaren en de teksten zijn meer seksueel getint.

De eerste single is direkt raak . "Ride a white swan", bereikt eind dat jaar de tweede plaats in de Britse hitlijsten, en eind dat jaar wordt een nieuw album uitgebracht, T. Rex. Bassist Steve Currie en drummer Bill Legend worden aan de band toegevoegd.

In deze line-up brengt de band de single "Hot love" op, die in het Verenigd Koninkrijk zes weken op nummer één staat en ook in andere landen een grote hit wordt. De single wordt opgevolgd door het eveneens zeer succesvolle "Get it on". In de herfst van dat jaar wordt het tweede album onder de naam T. Rex uitgebracht, Electric warrior, waarop de voltallige band voor het eerst te horen is.

Dit is de Hot Love Single uit 1971.





zaterdag 14 juli 2012

Woody Guthrie - Talking Dust Bowl (1950)




Honderd jaar geleden vandaag werd Woody Guthrie geboren.

Zonder Woody geen Dylan, zonder Dylan... niets eigenlijk.....

Woodrow Wilson (Woody) Guthrie (Okemah, Oklahoma, 14 juli 1912 - New York, 3 oktober 1967) was een productief en invloedrijk Amerikaans folkzanger, gitarist, banjo- en harmonicaspeler, die een schat aan onder meer liederen, folkgedichten en artikelen naliet.

In een van zijn liederen noemde hij zichzelf "The Great Historical Bum", maar hij was ook daadwerkelijk een directe toeschouwer én overlevende van de economische en ecologische rampspoed die de zogenoemde Dust Bowl in de staten van de Great Plains veroorzaakte tijdens de Grote Depressie.

In de periode van de Grote Depressie en de Dust Bowl kon Guthrie zijn gezin niet meer onderhouden en vertrok hij naar Californië. Daar werden vreemdelingen slechts onder bepaalde voorwaarden geaccepteerd. Mede als gevolg van wat hij meemaakte en om zich heen zag aan armoede op zijn reis naar en door Californië, nam Woody politieke en sociale standpunten in ten gunste van de werkende klasse. Die verwerkte hij in protestliederen. Dit is zeer duidelijk te horen in zijn “Dust Storm ballads" (bv. "Hard Travellin’", "Talking dust bowl blues" en "I ain’t got no home"). Over deze periode schreef John Steinbeck zijn boek 'The Grapes of Wrath'.

Tijdens de jaren 40 nam Woody zeer veel liederen op bij Lomax en bij Moses Ash. De opnames uit die periode zijn van grote waarde voor jonge folkmuziekzangers en folkmuziekschrijvers van overal omdat ze een grote bron van inspiratie zijn. Woody bleef maar doorgaan met liedjes schrijven en op te treden met de Almanac Singers (met o.a. Pete Seeger). Dit was een radicaal links-politieke zanggroep van de vroege jaren 40 waarvan sommige leden later de The Weavers vormden (de meest commercieel succesvolle en invloedrijke folkmuziekgroep rond 1950). In 1941 kwam hij met zijn gezin terecht in het noordwesten van de Verenigde Staten. Daar werd gewerkt aan het indammen van de rivier Columbia, met de bedoeling om elektriciteit op te wekken. Hier schreef hij zijn "Columbia river cyclus", met o.m. "Roll on Columbia".

Van al wat Guthrie heeft gedaan is toch de opbouw en structuur van al zijn liederen zijn meest erkende bijdrage aan de Amerikaanse cultuur; de eerlijkheid, humor en zijn persoonlijke kijk op de sociale, politieke, en rechterlijke aspecten. Zijn bekendste lied is "This land is your land", dat hij schreef in februari 1940.

Dit is een 25 cm LP van Folkways uit 1950

Happy Birthday Woody.








vrijdag 13 juli 2012

The Grass Roots - Where were you when I needed you (1965)



De naam "Grass Roots" (oorspronkelijk gespeld als  "Grassroots") was de naam die het duo PF. Sloan en Steve Barri bedachten voor een groep uit LA. Met die groep zouden ze proberen te springen op de kar van de folk-rock beweging, ingezet door de Byrds.

Een van deze nummers was "Where were you when I needed you” . Het werd opgenomen door Sloan en Barri samen met een nu vergeten line-up van studiomuzikanten. Sloan zong lead en speelde gitaar. Het nummer werd uitgebracht onder de naam "The Grass Roots" en als demo gestuurd naar een aantal radiostations in Los Angeles.

De respons was matig. Sloan en Barri gingen op zoek naar een groep die als “The Grass Roots” zou opnemen. Ze vonden een in een San Francisco outfit, "The Bedouins”', en namen met deze groep een nieuwe versie op van “Where were you when I needed you”. De zanger was Willie Fulton.

In het najaar van 1965 begon deze nieuwe groep aan te slaan. De song werd gespeeld op verschillende radiostations in en rond LA. De B kant van de single, een versie van Dylan’s “Mr. Jones”  (Ballad of a thin man) was hier natuurlijk niet vreemd aan.

De groep werd dan gelanceerd. Willie Fulton (lead vocals, gitaar,) Denny Ellis (gitaar, backing vocals),  David Stensen (bass, backing vocals) samen met drummer Joel Larsonan vomden de line up van de groep.

Voor hun eerste LP kregen ze nog de steun van P.F. Sloan die het merendeel van de song had gemaakt.

De eerste LP “Where Were You When I Needed You” uit 1966, op het Dunhill label deed het goed. De single piekte ergens onderaan de top 20 in de Billboard Charts.

Toch kon de groep het eerste succes niet evenaren en al gauw verlieten verschillende leden de groep.

Dit zou het verhaal worden van een band, die in verschillende bezettingen successen kende.

Het jaar daarop zorgden een totaal hervormde “Grassroots” voor de hit “Let’s live for today”.  Nog een jaar later zou een weer hervormde groep een hit hebben met “Lovin’ Things”.

Dit is mijn franse EP met de beginsingles van de “Grass Roots”








woensdag 11 juli 2012

Kokomo Arnold - Milk Cow Blues (1934)




Kokomo Arnold - Milk Cow Blues (1934)

Opgenomen op 10 september 1934 voor DECCA Records in Chicago.

Elvis Presley had al een versie van de song opgenomen voor SUN, onder de titel "Milk Cow Blues Boogie" in 1954.

Ook Bob Dylan kende de song. Zo goed zelfs dat de eerste strofe van zijn song "Quit your lowdown Ways" uit 1963 letterlijk is overgenomen uit Kokomo Arnolds blues.

"Quit your lowdown ways" was een "Freewheelin" outtake en kwam pas uit op "The Bootleg Series, Vol 1-3 : Rare and Unreleased" van 1991.

"Oh, you can read out your Bible
You can fall down on your knees, pretty mama
And pray to the Lord
But it ain’t gonna do no good

You’re gonna need
You’re gonna need my help someday
Well, if you can’t quit your sinnin’
Please quit your low down ways"

Luister maar.

Kokomo Arnold - Milk Cow Blues