Posts tonen met het label Rhythm and Blues. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rhythm and Blues. Alle posts tonen

zaterdag 5 oktober 2013

Otis Williams and his Charms - Unchain my heart (1960)




Otis Williams and his Charms - Unchain my heart (1960)
(Agnes Jones/Freddy James)

Op het King Label

De song was een hit voor Ray Charles in 1961, begeleid oor de Raelettes, gereleased als single.

Gecoverd door : Ray Charles (1961) [n°1 R&B, top 10 US], Richard Anthony (1962) [als Délivre-moi; hit Fr], Trini Lopez (1963) , Rivingtons (1963) , Nancy Wilson (1964) , Roberto Carlos (1964) [als Desamane O Meu Coraçao], Undertakers (1966) , Herbie Mann (1968) , Joe Cocker (1987) , Paranoiacs (1988) [volgen de Undertakers], Shirley Johnson (1997) , Natacha Miller (2004) , John Scofield (2005) , Hugh Laurie (2013) ,

Agnes Jones en Freddy James waren pseudoniemen voor resp. Bobby Sharp en Teddy Powell. Teddy was een stafmedewerker in de Brill Building en die bood Bobby Sharp $50 in ruil voor 50% writing credits.

Bobby Sharp was de eigenlijke schrijver die zijn song verkocht voor drugs. Hij hield eerst nog een deel voor zich maar verkocht ook die rest in '63 voor $1.000. In '87 won hij zijn copyright terug, net op tijd voor de Joe Cocker cover. Agnes Jones was de naam van zijn nichtje.


Otis Williams and his Charms - Unchain my heart (1960)







zaterdag 3 augustus 2013

Lula Reed - Idle Gossip (1959)




Lula Reed - Idle Gossip (1959)
(Sonny Thompson)

De naam van Lula Reed wordt fout geschreven op het label.
De B-kant van Lovin'.

Covers : Little Willie John (1959) [als Let Them Talk (de openingswoorden van de song) voor King; hit R&B], Dakota Staton (1960) , Frankie Ford (1961) [idem], Mitty Collier (1963) , Dale & Grace (1966) , George Benson (1966) , Bunny Sigler (1967) , Billy Young (1968) , James Brown (1969) , Kim Tolliver (1969) , Lonnie Mack (1969) , Bobby Patterson (1969) , Baby Washington (1970) , Roberta Flack (1971) , Manhattans (1971) , Derrick Morgan (1972) , Z.Z. Hill (1974) , Gwen McCrae (1975) , Persuasions (1979) , James Booker (1980) , Mike Bloomfield (1981) , Jon Cleary (1989) , Little Milton (1992) , Davell Crawford (1995) [op gelijknamige cd; idem als bij Jon Cleary], Marva Wright (2001) , Harry Connick Jr. (2007) [alle als Let Them Talk], Gary US Bonds (2009) [idem, titeltrack cd], Hugh Laurie (2011) [idem],

Lula's nummer werd opgenomen in februari, Little Willie's in juni. Chess (Argo) bracht Lula's nummer pas uit toen ze hoorden dat Little Willie John's versie eraan kwam.

Lula kende auteur Sonny Thompson al van toen ze met hem debuteerde in '51 met I'll Drown In My Tears.


Lula Reed - Idle Gosip



Little Willie John - Let them talk




dinsdag 9 juli 2013

J.J. Jackson - Come and see Me (I'm your man) - 1966




Een van de meest interessante en obscure figuren van jaren '60 soul is zonder twijfel  JJ Jackson (echte naam Jerome Louis Jackson).

We herinneren ons de man door zijn smash hit (in de R&B lijsten) in 1966 met een van de meest aanstekelijke hits van die tijd  “But it’s Alright."

De song klonk als een STAX product maar was in feite opgenomen in Engeland waar JJ Jackson op dat ogenblik verbleef.

Hij schreef o.m. voor the Shangri La’s “It’s easier to cry”

Minder gekend is zijn nummer dat door de Britse (toen R&B) groep The Pretty Things werd gecoverd, “Come see Me” .

J.J. Jackson - Come and see Me (I'm your man)




The Pretty Things - Come see me







dinsdag 23 april 2013

Arthur Alexander - Soldier of Love (Lay Down Your Arms)/Where Have You Been All My Life (Dot 1962)




Arthur Alexander (10 Mei 1940 – 9 Juni 1993) is bekend van diverse hits, die gecoverd zijn door onder meer The Beatles en The Rolling Stones.

Arthur Alexander tekende bij Muscle Shoals als zanger, toen een betrekkelijk nieuw label.

Het eerste succes werd geboekt met "You Better Move On", dat gecoverd werd door The Rolling Stones. Daarna volgden "Anna" (The Beatles), "Soldier of Love" (The Beatles opnieuw) en "Set Me Free" (gecoverd door Esther Philips en Joe Tex). Hieruit bleek wel dat hij goed was in het arrangeren van muziek, net als in het schrijven van songteksten.

Dit is mijn singletje uit 1962, deze keer een echt collector’s item.
 

Het is waarschijnlijk dit 45 toertje dat John Lennon deed besluiten dat de Beatles dat ook maar eens moesten coveren en dat zijn stem de meest geschikte ervoor was.

Soldier of Love



Where have you been






woensdag 17 april 2013

Op de draaitafel : Arthur Alexander - You better move on (DOT DLP 3434) (1962)



Op de draaitafel deze morgen, kwestie van de dag goed te beginnen...

Arthur Alexander (10 Mei 1940 – 9 Juni 1993) is bekend van diverse hits, die gecoverd zijn door onder meer The Beatles en The Rolling Stones.

Arthur Alexander tekende bij Muscle Shoals als zanger, toen een betrekkelijk nieuw label. Bij dit label scoorde hij zijn eerste hits, die ook meteen de eerste hits van het label waren.

Het eerste succes werd geboekt met "You Better Move On", dat gecoverd werd door The Rolling Stones. Daarna volgden "Anna" (The Beatles), "Soldier of Love" (The Beatles opnieuw) en "Set Me Free" (gecoverd door Esther Philips en Joe Tex). Hieruit bleek wel dat hij goed was in het arrangeren van muziek, net als in het schrijven van songteksten.

Alexander switchte naar een ander label, maar het succes bleef weg. In 1975 scoorde hij nog een bescheiden hitje met "Everyday I Have To Cry". Daarna werkte hij vooral als buschauffeur. In 1993 besloot Alexander zijn muzikale aspiraties nieuw leven in te blazen. Hij tekende bij een nieuw label en begon weer met optreden. Maar het was hem niet gegund: hij overleed een maand na het tekenen van het contract aan een hartaanval.

Dit is die eerste lp, uit de tijd dat een lp nog minder dan een half uur muziek had, maar wat voor een muziek....

Er staat niks slechts op deze lp. Dit zijn ondanks alles mijn favoriete tracks....


You better move on



Love me warm and tender (van Paul Anka)



You're the Reason (van Bobby Edwards)




dinsdag 16 april 2013

Them (EP Decca) - 1965



Them is een Noord-Ierse band afkomstig uit Belfast, die zijn grootste succes kende tussen 1964 en 1966. Het belangrijkste lid van de groep was van 1963-1966 zanger Van Morrison.

De Britse zanger en songschrijver Van Morrison werd in augustus 1945 geboren in Belfast als George Ivan Morrison.

Als tiener speelde Van Morrison mondharmonica, gitaar en saxofoon in verschillende groepen. Op 16-jarige leeftijd verliet hij de middelbare school om zich bij de The Monarchs aan te sluiten. Met The Monarchs speelde Van Morrison ook op het vaste land van Europa.

Na terugkomst in Noord-Ierland richtte Van Morrison in 1963 Them op, met Billy Harrison (gitaar), Eric Wickson (orgel), Alan Henderson (bas) en Ronnie Millings (drums). 

Hun eerste single werd uitgebracht in augustus 1964, met op de A-kant "Don't start crying now" en aan de achterkant "One two brown eyes". Het succes bleef uit. Onduidelijk is of op die eerste plaat ook inderdaad alle Themleden te beluisteren zijn. Van Morrison en Henderson lijkt dat zeker, maar in de opnamepraktijk werd veelal met studiomuzikanten gewerkt. Daarin was Them niet uniek. Bekend is het verhaal dat Ringo Starr tijdens de opnamen van de eerste Beatles-singel "Love me do" plaats moest maken voor een sessiedrummer. Zo zijn tijdens die eerste Them-opnamen waarschijnlijk gitarist Jimmy Page, organisten Arthur Greenslade en Peter Bardens en drummer Bobby Graham ingezet.


 


De tweede single "Baby, Please don't go" had aanvankelijk ook geen succes en Them vertrok teleurgesteld naar Belfast, om even snel naar Londen terug te komen, toen het nummer een hit bleek. Live kon Them de sound van de plaat in elk geval reproduceren, zoals uit de spaarzame overlevende opnamen blijkt. Het verhaal dat de meeste muzikanten binnen Them hun instrumenten onvoldoende beheersten, wordt daardoor ontkracht. Het succes van het nummer leidde tot de elpee "The Angry Young Them". Hierop is ook de uiteindelijk grootste hit van de band "Gloria" te horen. Deze single bereikte in december 1964 de tiende plaats op de hitparade.

Them kende veel personeelswisselingen. Na "Them again" verschenen nog een aantal albums, maar deze zijn niet zo goed.

Dit is hun eerste en enige Engelse EP, met daarop de twee eerste singles.

Them (Decca DFE8612) - 1965







zaterdag 13 april 2013

Joe Turner - Presenting Joe Turner (1958)



Big Joe Turner, geboren als Joseph Vernon Turner Jr. (Kansas City, 18 mei 1911 - Inglewood, 24 november 1985) was een Amerikaans blueszanger.

Hoewel zijn grootste faam in de jaren vijftig begon met zijn rock-'n-roll-hits, zoals het nummer Shake, Rattle and Roll, strekt zijn carrière van de jaren twintig tot de jaren tachtig.

Turner had meerdere bijnamen, waaronder The Boss of the Blues en Big Joe Turner (vanwege zijn postuur). Hij ontdekte zijn liefde voor muziek door de betrokkenheid met de kerk. Zijn vader kwam om in een treinongeluk toen Turner vier jaar oud was. Hij begon met zingen op straat voor geld en verliet school op 14-jarige leeftijd. Vervolgens ging hij werken in clubs in Kansas City, eerst als een kok, later als ober. Na een tijd werd Turner bekend als The Singing Bartender (de zingende barman). Turner ging zingen in clubs als The Kingfish Club en The Sunset. Turner en zijn pianospelende partner Pete Johnson werden lokaal bekende artiesten.

Na een lange samenwerking met pianist Pete Johnson - waar voornamelijk R&B en Boogie Woogie werden gebracht - maakte Joe Turner kenis met dAhmet en Nesuhi Ertegün, die Turner lieten tekenen voor een nieuw label: Atlantic Records. Turner maakte een paar hits met het standaard bluespatroon. "Chains of Love" en "Sweet Sixteen" maakte hem een tienerfavoriet en verbeterde zijn succes nog voor de hit Shake, Rattle and Roll. Hiermee hielp hij ook het transformeren van de populaire muziek.

Hoewel de cover van het nummer Shake, Rattle and Roll van Bill Haley & His Comets een grotere hit werd dan die van Turner, zochten veel luisteraars de versie van Turner en werden daarbij geïntroduceerd in de wereld van de R&B. Elvis Presley liet zien dat hij zo'n introductie niet nodig had. Zijn versie van het nummer combineerde Turners teksten met Haleys arrangement, maar dat werd geen succesvolle single.

Deze EP uit 1958 vond ik jaren geleden op een rommelmarkt, in quasi perfecte staat. Een echte collectors item.


Luister vooral naar het wonderlijke "Corrina, Corrina"






woensdag 10 april 2013

The Yardbirds – For Your Love (1965)



The Yardbirds – For Your Love (1965) (Riviera EP 231.0774 M)

The Yardbirds was een Britse rockband uit de jaren zestig. De band is vooral bekend omdat drie van de beroemdste gitaristen, Eric Clapton, Jeff Beck en Jimmy Page, hun carrière bij the Yardbirds begonnen. De band had gedurende de jaren zestig vele hits, waaronder I’m a Man en For Your Love.

In 1962-63 begon de band in de buitenwijken van Londen onder de naam “the Metropolis Blues Quartet”. In 1963 was de naam veranderd in “the Yardbirds”. Ze kregen volop de aandacht van de Britse rhythm and blues-scene toen ze the Rolling Stones opvolgden als de officiële huisband van de Londense Crawdaddy Club.

In het begin bestond de line-up uit Keith Relf (vocalen en mondharmonica), Chris Dreja (ritmegitaar), Paul Samwell-Smith (basgitaar), Jim McCarty (drums) en Anthony “Top” Topham (leadgitaar). Top werd al gauw vervangen door de toen nog onbekende Eric Clapton.

Onder begeleiding van Crawdaddys impresario Giorgio Gomelsky, die de rol van manager en producer op zich nam, kregen ze in 1964 een contract bij het Columbia-label van EMI. De band was voor het eerst op plaat te horen als begeleidingsband van de blueslegende Sonny Boy Williamson, met wie ze door Europa tourde. In 1964 kwam het eerste album uit, Five Live Yardbirds, een live-album.

De band wilde ook de popmarkt veroveren en bracht enkele singles uit. De eerste singles waren oude blues-covers, maar ze kregen hun eerste grote succes met For Your Love, een nummer geschreven door Graham Gouldman (later 10CC). De single was voor de band het eerste grote succes in eigen land en de grote doorbraak in het buitenland. Alhoewel de single een vernieuwend stuk was en een groot succes, viel hij niet in de smaak bij Clapton, die in die tijd een pure bluesman was.

Hij verliet de band begin 1965 en vertrok naar John Mayall’s Bluesbreakers. Als vervanger raadde Clapton Jimmy Page aan, die het aanbod afsloeg en op zijn beurt Jeff Beck aanraadde.

Hier is mijn Franse  EP uit 1965.








woensdag 13 maart 2013

Rhythm and Blues with Howlin' Wolf (London EP 1957)



Howlin' Wolf (White Station (in de buurt van West Point, Mississippi), 20 juni 1910 – Chicago (Illinois), 10 januari 1976), echte naam: Chester Arthur Burnett, was een Amerikaans blueszanger en -gitarist die veel invloed heeft gehad op de bluesmuziek.

Burnett werkte al jong op een katoenplantage en leerde zo de rauwe zelfkant van de maatschappij kennen. Nadat zijn moeder hem als 11-jarige jongen het huis uit gooide, zocht hij onderdak bij zijn oom die hem vervolgens mishandelde. Na twee jaar ontvluchtte hij het huis van zijn oom en liep 120 kilometer naar zijn vader die hem liefdevol opnam in zijn gezin. Zijn vader gaf hem op 18-jarige leeftijd zijn eerste gitaar. Blues-pionier Charley Patton leerde hem spelen.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Burnett zijn eigen radioshow bij een lokaal station. Daar werd zijn rauwe en doorleefde stemgeluid ontdekt. De platenmaatschappijen boden tegen elkaar op om hem onder contract te krijgen. Hij kwam onder contract bij Chess Records en verhuisde naar Chicago. De jonge gitarist Hubert Sumlin, die hem was gevolgd, werd zijn vaste begeleider tot aan zijn dood in 1976.

Samen met Muddy Waters was hij de meest toonaangevende bluesmuzikant van de jaren '50. Met zijn imposante postuur, 1,98 m en 130 kilo zwaar ("Three hundred pounds of heavenly joy") was zijn voorkomen op het podium indrukwekkend. Het was echter zijn raspende stem die het deed.

Howlin' Wolf was een groot voorbeeld voor de Engelse muziekgeneratie van de jaren '60. Voor The Beatles, The Rolling Stones, Eric Clapton, Jimmy Page was hij een idool. In 1971 nam hij de plaat London Sessions op met onder andere Eric Clapton, Steve Winwood, Bill Wyman en Ringo Starr. Hoewel verguisd door de critici en kenners, werd het de best verkochte bluesplaat ter wereld. Het bracht hele nieuwe generaties voor het eerst in aanraking met de blues.

Enkele van zijn bekendste nummers zijn Moanin' at Midnight, Smokestack Lightnin, Wang-Dang-Doodle, How Many More Years en Killing Floor.

Deze Ep vond ik op mijn zolder (een echte schatkamer)







zondag 24 februari 2013

Darrell Banks ( (25 Juli 1937 – 24 Februari 1970)



Op 24 Februari 1970 wordt soul zanger Darrell Banks op de LaSalle Boulevard in Detroit, dood geschoten door politieman Aaron Bullock. Volgens getuigen is het zelfverdediging.

Naar verluid valt Banks zijn ex-vriendin Marjorie Bozeman lastig, wanneer die door Bullock bij haar woning wordt afgezet. Darrell Banks trekt een wapen wanneer Bullock tussen beiden tracht te komen. De politieman schiet daarop gericht op Banks, die fataal in zijn nek en borstkast wordt geraakt. Het nieuws over de schietpartij en het overlijden van Darrell Banks wordt pas een week later bekend gemaakt. Op dat moment is de zanger inmiddels al begraven in een ongemarkeerd graf op de Detroit Memorial Park begraafplaats in Warren, Michigan.

Darrell Banks is op 25 Juli 1937 in Mansfield, Ohio geboren als Darrell Eubanks. Pas in juni 2004 krijgt zijn laatste rustplaats alsnog een grafsteen, na een inzamelingsaktie op het internet onder zijn Northern Soul fans. Darell Banks is 33 jaar geworden.

Darrell later groeide op in Buffalo in New York. Hij was de onwettige zoon van een 27-jarige inwoner van Kentucky en een 17-jarige tiener.

Darrell Banks wordt het best herinnerd voor zijn 1966 single release, "Open The Door To Your Heart"/"Our Love (Is In The Pocket)", die is uitgegroeid tot een van de anthems op de Northern Soul scene. De song geraakte tot nr. 2 in de R&B charts.


Open The Door To Your Heart




vrijdag 25 januari 2013

Georgie Fame - Fats for Fame (EP Columbia SEG8406 - 1965)



Georgie Fame is beïnvloed door jazz, blues en ska muziek. Hij leerde al piano spelen op zijn zevende. Op zijn zestiende tekende hij bij Larry Parnes, die hem zijn artiesten naam Georgie Fame gaf. Jarenlang tourde hij door de UK met artiesten als Joe Brown, Gene Vincent en Eddie Cochran. Hij speelde in de band van Billy Fury genaamd: The Blue Flames. In 1961 besloot Fury verder te gaan zonder de band en veranderde de band naam in Georgie Fame and the Blue Flames.

Dit was het begin van een zeer succesvolle carriere met het spelen van rhythm and blues nummers.  Halverwege de jaren 60 waren zij de enige band uit de UK die werd uitgenodigd om te spelen in The Tamla Motown Package Show. Dit was een show met artiesten als Stevie Wonder en The Surpremes. Dit was de eerste keer dat de Motown show naar Engeland kwam.

In 1963 kwam hun debuutalbum Rhythm And Blues At the Flamingo live at The Flamingo Club. Het album werd geen succes, maar het tweede album Fame At Last maakte dit ruimschoots goed.

Zijn versie van "Yeh Yeh", uitgebracht op 14 januari 1965, stond al na twee weken op nummer 1 in de UK singles chart en dit voor zo'n 12 weken. De follow-up single, in 1965, was "In the Meantime".

Fame maakte zijn Amerikaanse tv-debuut in datzelfde jaar op de NBC Hullabaloo serie. Zijn single "Get Away", uitgebracht op 21 juli 1966, ging in een week naar nummer een in de Britse charts en bleef er 11 weken staan.

"Get Away" oorspronkelijk opgenomen met het oog op het gebruik ervan als een televisie jingle voor een benzine reclame, werd later gebruikt als de theme tune voor een quiz op de Australische televisie.

In 1965 maakte Georgie Fame deze tribute EP voor zijn idool Fats Domino.







vrijdag 18 januari 2013

Jerry Butler - “Find another Girl” (1961)



Jerry Butler werd geboren als Jerry Butler Jr  op  8 december 1939, in Sunflower, Mississippi

Het midden van de jaren 1950 hadden  een grote impact op Butler. Hij groeide op in armoede en woonde in het Chicago Cabrini-Green wooncomplex.

Muziek en de kerk waren toen de enige troost voor raciale discriminatie en ongelijkheid.  Hij zong in een kerkkoor met Curtis Mayfield. Als tiener zong Jerry Butler in een gospelkwartet genaamd de Northern Jubilee Gospel Singers, weer samen met Mayfield.

Curtis Mayfield, een gitarist, werd de eenzame instrumentalist voor de Roosters, een groep die later zou evolueren naar de supergroep  The Impressions, geïnspireerd door Sam Cooke en de Soul Stirrers, de Five Blind Boys of Mississippi, en de Pilgrim Travelers.

Voor the Impressions schreef Butler "For Your Precious Love" . Het nummer kwam uit op Vee-Jay Records en werd de eerste gouden plaat voor the Impressions.

In 1960 ging Jerry Butler solo..

Met zijn goeie vriend Curtis Mayfield nam Jerry onder zijn eigen naam en aantal nummers op die stuk voor stuk hits werden.

Curtis Mayfield zou later verder gaan met  the Impressions


 


“Find another Girl” (1961)

"Find Another Girl" werd geschreven door Curtis Mayfield die gitaar speelt en de vokale harmonie verzorgt.

Let ook  vooral op het prachtige gitaarspel van Curtis. Zijn prestatie hier is waarschijnlijk een van de allerbeste begeleidinge die ik ooit heb gehoord. Zijn spel staat op zichzelf.

Curtis heeft ook een speciale manier van spelen. Hij bespeelt een Fender Stratocaster met zijn duim. Zeer sfeervol, zeer mooi, zeer ongedwongen.

En laat ons vooral genieten van de warme stem van Jerry Butler.

Find another girl




dinsdag 11 december 2012

Chuck Berry - Nadine (EP "Eddy Mitchell présente..." (1964)




Charles Edward Anderson Berry werd geboren te St. Louis, Missouri op 18 oktober 1926.

Chuck Berry is misschien wel de meest invloedrijkste gitarist uit de moderne muziek en wordt ook wel als 'de vader van de rock and roll' bestempeld. Weliswaar was hij het niet die de rock and roll introduceerde, maar zijn gitaarwerk inspireerde vele gitaristen, van the Beach Boys tot Jimi Hendrix, van Stevie Ray Vaughan tot Eddie van Halen. Maar ook Jimmy Page, Keith Richards, Duane Allman, John Lennon, George Harrison en anderen. Elke muzikant kent de impact die Chuck Berry op de populaire muziek heeft gehad en nog heeft.

Of zoals Eric Clapton zei : “Er is geen andere manier om rock 'n roll te spelen.“

Zelf werd Chuck beïnvloed door gitaristen als Muddy Waters, Charlie Christian, Elmore James (king of the slide guitar), Carl Hogan en Chester Arthur Burnett (Howlin' Wolf).

Berry was een zanger-songwriter en vooral gitarist die inhaakte op de nieuwe ontwikkelingen van de muziek in de jaren vijftig. Chuck's muziek stijl was simpel maar erg effectief op de manier als het klonk. Een mengsel van country music en blues gespeeld in uptempo.

Dit is mijn eerste franse EP (geïntroduceerd door Eddy Mitchell in de reeks “les Rois du Rock”) van Chuck Berry. Uit 1964.

Pure magie en nostalgie !


Chuck Berry - Nadine (EP "Eddy Mitchell présente..."  (1964)






zondag 18 november 2012

Clarence Carter - Tell Daddy (1966)





Deze song (Tell Mama) was het lijflied van Etta James en als je op haar hitparadenoteringen mag voortgaan, haar grootste pophit in de States met een 23ste plaats in '67.

Net als die andere soulzangeres Ann Peebles "Come To Mama" zingt en achteraf Bob Seger daar een hit mee scoorde als "Come To Poppa", onderging "Tell Mama" een omgekeerde sexoperatie: voordien heette het "Tell Daddy" bij Clarence Carter.

De originele opname is uit 1966 van Clarence Carter, een blinde zanger gitarist uit Montgomery Alabama, die ons later zou bekoren met "Patches".

Etta James ' Cover dateert uit 1967, met op de B Kant "I'd rather go blind", van een klassieke single gesproken....




 

Clarence Carter - Tell Daddy (1966)



Etta James - Tell mama (1967)



en de demo van Clarence Carter ...





zaterdag 10 november 2012

Steve Marriott and the Moments (1964)




Na de tragische dood van Steve Marriott (hij was pas 44)  in een huis brand in 1991, begonnen de platenmaatschappijen alle registers open te trekken om onbekende en/of onuitgegeven songs van Marriott te vinden. Ongeveer alles van de Small Faces was op vynil en nu op cd te verkrijgen.

Steve Mariott was immers  een Mod Icoon.

Maar wat deed Steve Marriott voor de Small Faces ?

Een toevallige ontdekking in het oosten van Londen – op een zolder, waar anders -  wierp nieuw licht op deze  minder goed gedocumenteerde pre-Faces  dagen.

Steve Marriott was 16 toen hij “The Moments” vormde, een East London R&B Band. Al gauw kreeg de Band een trouwe schare Mod-fans achter zich, vooral omdat ze in de Flamingo Club speelden.

 


Ze speelden praktisch iedere week in 1964, maar commercieel succes bleef uit. Eind 1964 werd Marriott gedumpt door de band omdat ze hem geen goeie zanger vonden.

Volgens David Bowie planden hij en Steve Marriott een blues band  (“David and Goliath”) maar Steve Marriott ging samen met Ronnie Lane in zee en vormde een nieuwe Mod-band, “The Small Faces”.

In 2008 stoot Barry Hewitt, de bassist van  The Moments,  toevallig op een niet-gespeelde acetaatplaat opgenomen in 1964.

De vier songs werden door het label “Acid Jazz” uitgebracht als EP.






dinsdag 9 oktober 2012

Ann Peebles - I Miss You



De in 1947 in St. Louis, Missouri geboren Ann Peebles scoorde als grootste hit "I Can't Stand The Rain", een nummer dat nog vele malen gecoverd en gesampled is.

In 1968 zong Ann Peebles in een Memphis Nachtclub. Daar zat Gene "Bowlegs" Miller van Hi Records. Hij viel als een blok voor haar stem en tekende haar meteen bij zijn label. In de jaren daarna zong ze veel voor Hi Records en schreef ze ook mee met de songwriter Don Bryant. In 1974 trouwde ze met hem.

Haar eerste album kwam uit in 1969, "This Is Ann Peebles", maar het deed weinig. Haar grootste succes scoorde Ann in 1974, toen het album "I Can't Stand The Rain" uitkwam. Het werd positief ontvangen, zowel door critici als door publiek. De gelijknamige single belandde op nummer 6 in de U.S. R&B Chart. In de jaren daarna is het nog vaak gecoverd, door meerdere artiesten.

Ze schreef ook een aantal nummers zelf , o.m. "I'm Gonna Tear Your Playhouse Down" samen met haar echtgenoot Don Bryant. Zij zong het zelf maar het werd ook gecoverd door Paul Young die er bij ons een enorme hit mee had.

Iets speciaals nu.

Ann Peebles, zowat het beste dat de zwarte muziek ons heeft gebracht, met haar cover van de Rolling Stones "Miss You", een voorbeeld van hoe een goeie cover moet klinken, en Mick kan hier een puntje aan zuigen....







donderdag 13 september 2012

The Animals – The House of the Rising Sun (COLUMBIA EP ESRF 1571) 1964




The Animals was de naam van een Engelse groep, die deel uitmaakte van de Britse beat-explosie van begin jaren zestig.

De blikvanger van The Animals was zanger Eric Burdon, een klein mannetje met een gigantische stem, maar het muzikale genie achter de groep was onmiskenbaar Alan Price. Price vormde in 1961 in Newcastle, samen met bassist Chas Chandler, drummer John Steel en gitarist Hilton Valentine The Alan Price Rhythm and Blues Combo. De leden kenden elkaar van school of uit het kleine jazz- en bluescircuit van Newcastle. Toen een jaar later Eric Burdon er als zanger bijkwam, veranderde men de naam in The Animals. De uitzonderlijke stem van Burdon plaatste hem al snel op de voorgrond.

The Animals beschouwden zichzelf als rhythm and bluesgroep. Hun eerste single, Baby let me take you home, was echter een middle-of-the road popnummer, dat de band nooit live heeft willen spelen. Het nummer kwam op 16 april 1964 uit, maar geraakte in Engeland niet verder dan de 21ste plaats. Twee maanden later volgde hun bewerking van de traditional House of the rising sun en daarmee stootten ze direct door naar de eerste plaats, ook in de Verenigde Staten, waar het nummer echter, zonder medeweten van de band, in een sterk ingekorte versie werd uitgebracht. Het nummer viel op door het karakteristieke gitaarintro en door het feit dat het zes minuten duurde, hoewel daar in de VS ruim de helft af ging.

Toen was het hek van de dam.

Dit is hun eerste (Franse) EP uit 1964.







maandag 3 september 2012

The Five Royales - Dedicated to the one I love (1957)




The Five Royales - Dedicated to the one I love
(Lowman Pauling/Ralph Bass)

Originele Opname : The Five Royales (1957) op het KING label




Deze versie heeft heel wat "geleend" bij "I Don't Want You To Go" van The Casanovas. The Casanovas waren trouwens net als the Five Royales een groep uit Noord Carolina. Bovendien maakte co-auteur Lowman Pauling's zwager William Samuels deel uit van beide formaties.




Covers zijn : The Shirelles (1959) [hit US in '61], Reparata & The Delrons (1965) , Mamas And Papas (1967) [n°2 US], Temprees (1972) , Ruben & The Jets (1973) , Bernadette Peters (1981) , Bitty McLean (1994) , Linda Ronstadt (1996) [op gelijknamig album], Holly Cole (2000) ,

De Shirelles-hitversie is die van '61, toen het nummer de opvolger werd van "Will You Love Me Tomorrow". Als reactie daarop werd het origineel van The Five Royales ook nog eens uitgebracht.

Hier zijn :

The Casanovas - I don't want to go to you
The Five Royales - Dedicated to the one I love
The Shirelles - Dedicated to the one I love
The Mama's and the Papa's - Dedicated to the one I love








vrijdag 31 augustus 2012

Mickey and Sylvia – Love is Strange (1956)



Mickey and Sylvia – Love is Strange (1956)

Dit lied werd geschreven door Bo Diddley, maar hij publiceerde het onder de naam van zijn vrouw, Ethel Smith, als gevolg van een juridisch geschil met zijn platenmaatschappij. Het lied gaat over de complexiteit van de liefde – hoe verslavend ze kan zijn en leiden tot waanzin.

Mickey was Mickey Baker, gitarist op tientallen rock and roll hits en op dat moment beschouwd als de “go to” sessie gitarist van de jaren 1950 en vroege jaren 1960.

Sylvia was Sylvia Vanderpool, voorheen Little Sylvia Vanderpool. Zij werd in de jaren 1980 de impresario achter Sugar Hill Records en een belangrijke kracht in de opkomst van rap muziek.

Hun versie was totaal en drastisch anders dan de Bo Diddley song.

Zeer bekend zijn de gesproken “call & response” tussen Mickey en Sylvia  : Mickey vraagt “How do you call your loverboy?” waarop Sylvia antwoordt  “Hey, Loverboy”. De song was pikant voor zijn tijd.




 
Dit was de enige hit voor Mickey en Sylvia, maar Sylvia had een # 3 Amerikaanse hit in 1973 met “Pillow Talk”, waar ze daadwerkelijk een orgasme simuleert.

Mickey en Sylvia  waren de eerste grote hitsellers  voor Groove Records

Hier zijn

1. Bo Diddley’s demo



2. Mickey and Sylvia – Love is strange (master)



3. Mickey and Sylvia – Love is strange (take 4)



en Sylvia's "Pillow Talk" uit 1973.



Mickey & Sylvia (EP VIK EXA 262) 1957



Mickey & Sylvia (EP VIK EXA 262) 1957


Mickey was Mickey Baker, gitarist op tientallen rock and roll hits en op dat moment beschouwd als de “go to” sessie gitarist van de jaren 1950 en vroege jaren 1960.

Sylvia was Sylvia Vanderpool, voorheen Little Sylvia Vanderpool. Zij werd in de jaren 1980 de impresario achter Sugar Hill Records en een belangrijke kracht in de opkomst van rap muziek.

Mickey was een muziek leraae en Sylvia wa een van zijn leerlingen. Ht duo werd gevorm om zo'n zwart alternatief te zijn voor Les Paul & Mary Ford.

Het duo was erg populair en had een eerste hit in de US met "Love Is Strange" in 1956. 




Daarna trokken ze naar VIK records, een onderafdeling van RCA. 

Ze hadden verder mindere succesjes met "There Oughta Be A Law" (1957) en later "Baby You’re So Fine"
.
Micket kwam vooral aan de bak als sessiegitarist voor Atlantic Records, Savoy, King en Aladdin. Zo kreeg hij bij de muzikanten al gauw de bijnaam Mickey ‘Guitar’ Baker.

Sylvia nam in 1973 nog een plaat op onder haar naam "Sylvia", en werd directrice en eigenaar van Sugar Hill Records. Sylvia stierf in 2011.

Dit is hun enige EP uit 1957 op het VIK label.