Le Temps des Cerises is een Frans liefdeslied, eigenlijk een strijdlied uit 1866, dat sindsdien wereldwijd uitgegroeid is tot een klassieker.
De tekst is geschreven door Jean-Baptiste Clément, de muziek door Antoine Renard.
Het lied wordt sterk geassocieerd met de Commune van Parijs (1871). De Parijzenaar Jean-Baptiste Clément (1837–1903) groeide op in een tijd van stijgende politieke bewustwording van de arbeiders en hij was vol hoop bij de oprichting van de Eerste Internationale in 1864. Toen in de lente van 1871, na de Frans-Duitse Oorlog en de uitroeping van de Franse Republiek, de ‘Parijse Commune’ ontstond, was hij een geestdriftige aanhanger. Overmoedig grepen de revolutionairen de macht, verklaarden de hoofdstad onafhankelijk, en kondigden allerlei sociale maatregelen af. De Commune duurde slechts een tweetal maanden, van 18 maart tot 28 mei 1871.
De Commune wordt uiteindelijk neergeslagen door de Franse troepen en een ultiem gevecht op het kerkhof “Père LaChaise” op 28 mei 1871. 157 Communards worden gefusilleerd bij de “Mur des Fédérés”. Het is einde van de “Semaine Sanglante”.
De tekst is geschreven door Jean-Baptiste Clément, de muziek door Antoine Renard.
Het lied wordt sterk geassocieerd met de Commune van Parijs (1871). De Parijzenaar Jean-Baptiste Clément (1837–1903) groeide op in een tijd van stijgende politieke bewustwording van de arbeiders en hij was vol hoop bij de oprichting van de Eerste Internationale in 1864. Toen in de lente van 1871, na de Frans-Duitse Oorlog en de uitroeping van de Franse Republiek, de ‘Parijse Commune’ ontstond, was hij een geestdriftige aanhanger. Overmoedig grepen de revolutionairen de macht, verklaarden de hoofdstad onafhankelijk, en kondigden allerlei sociale maatregelen af. De Commune duurde slechts een tweetal maanden, van 18 maart tot 28 mei 1871.
De Commune wordt uiteindelijk neergeslagen door de Franse troepen en een ultiem gevecht op het kerkhof “Père LaChaise” op 28 mei 1871. 157 Communards worden gefusilleerd bij de “Mur des Fédérés”. Het is einde van de “Semaine Sanglante”.
Haar belegering en repressie kostten het leven aan meer dan twintigduizend opstandelingen en zo’n achthonderd soldaten. Jean-Baptiste Clément vocht mee aan de zijde van ‘de communards’.
De laatste dag van de strijd ontmoette hij op de barricade een arbeidster, Louise. Zij was te hulp gesneld om de gewonden te verzorgen. Clément droeg zijn vijf jaar oude gedicht Cerises aan haar op.
Later groeide het lied voor de onbekende verpleegster op de barricade uit tot een zinnebeeld, een kenwijsje en een klassieker van het franse chanson.
De laatste dag van de strijd ontmoette hij op de barricade een arbeidster, Louise. Zij was te hulp gesneld om de gewonden te verzorgen. Clément droeg zijn vijf jaar oude gedicht Cerises aan haar op.
Later groeide het lied voor de onbekende verpleegster op de barricade uit tot een zinnebeeld, een kenwijsje en een klassieker van het franse chanson.
Quand nous en serons au temps des cerises (Quand nous chanterons le temps des cerises)
Et gai rossignol et merle moqueur
Seront tous en fête
Les belles auront la folie en tête
Et les amoureux du soleil au cœur
Quand nous chanterons le temps des cerises
Sifflera bien mieux le merle moqueur
Mais il est bien court , le temps des cerises
Où l'on s'en va deux cueillir en rêvant
Des pendants d'oreilles
Cerises d'amour aux robes pareilles (aux larmes pareilles)
Tombant sous la feuille en goutte de sang
Mais il est bien court le temps des cerises
Pendants de corail qu'on cueille en rêvant
Quand vous en serez au temps des cerises
Si vous avez peur de chagrins d'amour
Evitez les belles
Moi qui ne crains pas les peines cruelles
Je ne vivrai pas sans souffrir un jour
Quand vous en serez au temps des cerises
Vous aurez aussi des chagrins d'amour
J'aimerai toujours le temps des cerises,
C'est de ce temps-là que je garde au cœur
Une plaie ouverte
Et Dame Fortune en m' étant offerte
Ne saura jamais calmer ma douleur (Ne pourra jamais fermer ma douleur)
J'aimerai toujours le temps des cerises
Et le souvenir que je garde au cœur
In een liedbundel uit 1885 droeg Clément het op aan "la vaillante citoyenne Louise, ambulancière de la Rue Fontaine-au-Roi, le dimanche 28 mai 1871" en die hij nooit meer terugzag. Zijn liefdeshoop werd geïdentificeerd met politico-sociale verzuchtingen omdat genoemde barricade de laatste was die in handen bleef van de Communards. Clément, die wist te ontvluchten en tien jaar in ballingschap in Brussel en Londen verbleef, merkte bij zijn terugkeer tot zijn grote ontroering dat zijn romantische bevlogenheid intussen het hart had gestolen van de hele Franse goegemeente.
Eerste uitvoerder was de Belgische tenor Antoine Renard die in 1868 de tekst van Jean Baptiste Clément in zijn loge kreeg toegestopt. Die tekst was al van 1866, vijf jaar vóór de Parijse Commune. Meest bekende nummer uit die periode en een universeel links strijdlied sedertdien.
Et gai rossignol et merle moqueur
Seront tous en fête
Les belles auront la folie en tête
Et les amoureux du soleil au cœur
Quand nous chanterons le temps des cerises
Sifflera bien mieux le merle moqueur
Mais il est bien court , le temps des cerises
Où l'on s'en va deux cueillir en rêvant
Des pendants d'oreilles
Cerises d'amour aux robes pareilles (aux larmes pareilles)
Tombant sous la feuille en goutte de sang
Mais il est bien court le temps des cerises
Pendants de corail qu'on cueille en rêvant
Quand vous en serez au temps des cerises
Si vous avez peur de chagrins d'amour
Evitez les belles
Moi qui ne crains pas les peines cruelles
Je ne vivrai pas sans souffrir un jour
Quand vous en serez au temps des cerises
Vous aurez aussi des chagrins d'amour
J'aimerai toujours le temps des cerises,
C'est de ce temps-là que je garde au cœur
Une plaie ouverte
Et Dame Fortune en m' étant offerte
Ne saura jamais calmer ma douleur (Ne pourra jamais fermer ma douleur)
J'aimerai toujours le temps des cerises
Et le souvenir que je garde au cœur
In een liedbundel uit 1885 droeg Clément het op aan "la vaillante citoyenne Louise, ambulancière de la Rue Fontaine-au-Roi, le dimanche 28 mai 1871" en die hij nooit meer terugzag. Zijn liefdeshoop werd geïdentificeerd met politico-sociale verzuchtingen omdat genoemde barricade de laatste was die in handen bleef van de Communards. Clément, die wist te ontvluchten en tien jaar in ballingschap in Brussel en Londen verbleef, merkte bij zijn terugkeer tot zijn grote ontroering dat zijn romantische bevlogenheid intussen het hart had gestolen van de hele Franse goegemeente.
Eerste uitvoerder was de Belgische tenor Antoine Renard die in 1868 de tekst van Jean Baptiste Clément in zijn loge kreeg toegestopt. Die tekst was al van 1866, vijf jaar vóór de Parijse Commune. Meest bekende nummer uit die periode en een universeel links strijdlied sedertdien.
De oudste opname die ik vond is deze van Fred Gouin uit 1928.
Hier zijn
Fred Gouin (1928)
Hier zijn
Fred Gouin (1928)
Jean Lumière (1947)
Marcel Mouloudji (1969)
en de onsterfelijke Yves Montand (1955)
Heel interessant ,
BeantwoordenVerwijderenEr staat een klein foutje in van de datum namelijk:
De Commune wordt uiteindelijk neergeslagen door de Franse troepen en een ultiem gevecjt op het kerkhof “Père LaChaise” op 28 mei 1971 (dat zal wel 1871 geweest zijn)