Dit vijftal werd gevormd in 1959 in Pittsburg. Het was een van de weinige groepen waar zwart en blank naast elkaar stonden.
Na een paar vruchteloze probeersels besloot de groep begin 1961 nog maar eens een gokje te wagen en samen met baszanger Fred Johnson, de tenoren Ronald Mundy en Gene Bricker en leadzanger Cornelius Harp trokken de heren naar de Colpix Studio van Stu Philips.
Stu was niet meteen verliefd op hun repertoirekeuze, maar hij wou hun toch een eerlijke kans geven. Stu stond er wel op dat ze ‘ Blue moon’ zouden inblikken omdat hij nogal een zwak had voor die beresterke compositie van Rodgers en Hart.
Aanvankelijk bleven the Marcels nee knikken , maar na wat aandringen werd het nummer ingeoefend en na een uurtje hadden ze het onder de knie. Het moest en zou een novelty-aanpak krijgen met speciale aandacht voor de basstem van Fred Johnson die de opvallende intro voor zijn rekening nam (intro was gebasserd op de hit ‘Zoom’ van the Cadillacs). Het werd dringen qua kostbare tijd, want er bleven amper 10 minuten studiotijd over om het liedje in te zingen, maar dat bleek ruim voldoende om van ‘Blue moon’ een Amerikaanse golden oldie te maken. Op 3 april 1961 prijkt het nummer op 1 in de Amerikaanse top 100 .
De B Kant was "Goodbye to love"
Blue Moon
Goodbye to love
Geen opmerkingen:
Een reactie posten